Herkansing hst 1

NaSk2 Herkansing hst 1
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
- Binas
LessonUp: 
JA!
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

NaSk2 Herkansing hst 1
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
- Binas
LessonUp: 
JA!

Slide 1 - Tekstslide

Herkansing hst 1
- Neem hst 1 nog een keer door.
- Maak de vragen, probeer dit zonder boek te doen. Heb je toch je boek nodig dan noteer je de vraag bij je aantekeningen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een stofeigenschap?

Slide 3 - Open vraag

1
bekerglas
2
reageerbuis
3
trechter
4
maatcilinder
5
erlenmeyer
Sleep de nummer bij het glaswerk naar de juiste naam.
1
2
3
4
5

Slide 4 - Sleepvraag

1
spatel
2
kroezentang
3
indampschaaltje
4
reageerbuisrek
5
3-poot
6
gaasje
7
reageerbuisknijper
Sleep de nummer bij de practicummaterialen naar de juiste naam.
1
2
3
4
5
6
7

Slide 5 - Sleepvraag


Is massa een stofeigenschap? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Open vraag

Sleep de gevarensymbolen naar de juiste betekenis
Ontvlambaar
Explosief
Giftig
Schadelijk voor milieu

Slide 7 - Sleepvraag

Zuivere stof
Mengsel 

Slide 8 - Sleepvraag

De fase waarin een stof voorkomt is een stofeigenschap.
Tip:
Er staat alleen het woord fase, dit is de vorm waarin een stof voorkomt. Dit kan zijn vast, vloeibaar of gas. Als er staat fase bij kamertemperatuur dan is het wel een stofeigenschap.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag


In de tabel hiernaast zie je de oplosbaarheid van verschillende stoffen. 
De oplosbaarheid in water bij 20 oC is een stofeigenschap. 
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Zuivere stof of mengsel?
Zuivere stof
Mengsel

Slide 11 - Sleepvraag

Geef de mengsels de juiste naam

suspensie
emulsie
oplossing

Slide 12 - Sleepvraag


Juna heeft een vloeibaar mengsel voor zich. Het mengsel ziet er troebel uit. Ze ziet kleine korreltjes in het mengsel.
Leg uit welk soort mengsel Juna voor zich heeft.

Slide 13 - Open vraag

Noem een kenmerk van elk mengsel:
1: oplossing
2: suspensie
3: emulsie
Leg uit hoe je een oplossing kunt herkennen.

Slide 14 - Open vraag

Op een etiket van een chipszak staat dat er in een zak van 250 g, 1 g zout zit. Wat is het massa% zout?

Slide 15 - Open vraag

In een mengsel is het massa% zout 60%. Hoeveel zout zit er in een mengsel van 680 g?

Slide 16 - Open vraag

Troebel
Helder
Suspensie
Emulsie
Oplossing

Slide 17 - Sleepvraag

ROOK
NEVEL
SCHUIM
VASTE STOF
GAS
GAS
GAS
VLOEISTOF
VLOEISTOF

Slide 18 - Sleepvraag

Zand met water is een voorbeeld van...
A
Een mengsel
B
Een suspensie
C
Een emulsie
D
Modder

Slide 19 - Quizvraag

Wat is waar met betrekking tot een emulsie
A
Bestaat uit 2 of meer stoffen.
B
Is een mengsel van een vloeistof en een vaste stof.
C
Bestaat uit 3 of meer stoffen.
D
Is een mengsel van een vloeistof en een gas.

Slide 20 - Quizvraag

Kies het beste antwoord.
Een homogeen mengsel is...
A
Een oplossing
B
Een suspensie
C
Een emulsie
D
Een nevel

Slide 21 - Quizvraag

Een legering is een ............mengsel
A
homogeen
B
heterogeen
C
geen
D
vloeibaar

Slide 22 - Quizvraag

Op een etiket van een chipszak staat dat er in een zak van 150 g, 2 g zout zit.
Bereken het massa% zout!

Slide 23 - Open vraag

In een mengsel is het massa% zout 60%.
Hoeveel zout zit er in een mengsel van 680 g?

Slide 24 - Open vraag

Jam bestaat uit 35% suiker. Hoeveel suiker zit er in 250 g jam?
A
875 g
B
87,5
C
0,875
D
87,5g

Slide 25 - Quizvraag

In een biertje zit 5% alcohol. Bereken hoeveel alcohol er zit er in een glas van 33 cl?

Slide 26 - Open vraag

In een oplossing van water en ranja is 7 % ranja. Hoeveel ranja zit er in een glas van 350 ml?
A
24,5
B
2,45 ml
C
24,5 ml
D
245 cl

Slide 27 - Quizvraag

Hoeveel kg is 25 g?
A
0,025 kg
B
0,250 kg
C
0,0025 kg
D
2,5 kg

Slide 28 - Quizvraag

Hoeveel ml is 25 Liter?
A
0,0025 ml
B
25000 ml
C
2500 ml
D
0,025 ml

Slide 29 - Quizvraag

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof

Slide 30 - Sleepvraag


Hoe noem je dit diagram?
A
tijd
B
temperatuur
C
temperatuur-tijd
D
tijd-temperatuur

Slide 31 - Quizvraag

Jam bestaat uit 35% suiker. Hoeveel suiker zit er in 250 g jam?
A
875 g
B
87,5
C
0,875
D
87,5g

Slide 32 - Quizvraag

In een flesje bier van 30 cL zit 5% alcohol. Hoeveel mL alcohol heb je gedronken na 3 biertjes?

Slide 33 - Open vraag

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof

Slide 34 - Sleepvraag

Elke stof heeft een aantal stofeigenschappen die voor die stof uniek zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Stoffen kunnen niet dezelfde stofeigenschappen hebben.
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Is dit een mengsel of
zuivere stof?
A
mengsel
B
zuivere stof
C
niet te zeggen

Slide 37 - Quizvraag

mengsel of
zuiver stof?
A
mengsel
B
zuiver stof
C
niet te zeggen

Slide 38 - Quizvraag


Welke diagram laat een kooktraject zien?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 39 - Quizvraag

Lees de beide
maatcilinders (100 ml) af.

Slide 40 - Open vraag

Nu volgen de leerdoelen
- Lees de leerdoelen door.
- Ga na of je ze begrijpt en snapt.

Slide 41 - Tekstslide


L1-1 Je kan uitleggen waaraan je stoffen herkent.
L1-2 Je kunt verschillende stofeigenschappen benoemen en uitleggen.
L1-3 Je kunt uitleggen hoe je een veilig practicum doet.
L1-4 Je kent de veel voorkomende gevarensymbolen.
Leerdoelen §1.1
Lees 1.1 door, weet bron 3 te vinden in Binas

Slide 42 - Tekstslide

Heb je vragen over 1.1?

Slide 43 - Open vraag

L1-5 Je kan op microniveau uitleggen wat het verschil is tussen een zuivere stof en een mengsel.

 L1-6 Je kunt uitleggen m.b.v. voorbeelden en eigenschappen wat een suspensie, emulsie en oplossing is.
Leerdoelen §1.2
De uitleg van deze leerdoelen is te vinden in je tekstboek 1.2 blz 11 t/m 13

Slide 44 - Tekstslide

Heb je vragen over 1.2?

Slide 45 - Open vraag

L 1-7: Je kunt uitleggen wat een legering is en vertellen hoe dit gemaakt wordt.
L 1-8: Je kunt uitleggen waaruit de mengsels schuim, rook, nevel bestaan.
L 1-9: Je kunt verschillende mengsels indelen in de homogene en heterogene groepen.
L 1-10: Je kunt het massapercentage van de samenstelling van een mengsel berekenen en gebruik je juiste eenheid.
L 1-11: Je kunt het volumepercentage van de samenstelling van een mengsel berekenen en gebruik je juiste eenheid.

Leerdoelen §1.3
De uitleg van deze leerdoelen is te vinden in je tekstboek 1.2 blz 11 t/m 13

Slide 46 - Tekstslide

Heb je vragen over 1.3?

Slide 47 - Open vraag

Leerdoelen 1.4:
L1-12 Je kunt uitleggen wat een smeltpunt en smelttraject zijn.
L1-13 Je kunt uitleggen wat een kookpunt en kooktraject zijn.
L1-14 Ik kan benoemen in welke drie fasen een stof kan voorkomen.
L1-15 Ik kan uitleggen wat er gebeurt met de moleculen tijdens de faseovergangen en kan de overgangen allemaal benoemen.
Boek blz 18 - 20, bron 2, 3, 4 en 5 kennen!

Slide 48 - Tekstslide

Heb je vragen over 1.4?

Slide 49 - Open vraag

Heb je het idee dat je de toets hst 1 nu kunt maken? Wat ga je volgende periode doen om een onvoldoende te voorkomen?

Slide 50 - Open vraag