1. Bewaking en interventies Airway

1. Bewaking en interventies Airway (A) 
Zorg in instabiele - en acute situaties 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1. Bewaking en interventies Airway (A) 
Zorg in instabiele - en acute situaties 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt van je verwacht?
Dat je kennis hebt van de anatomie en fysiologie van de ademhaling.
Dat je kunt benoemen en herkennen wanneer de luchtweg vrij of bedreigd is (onderscheid A en B)
Dat je kunt benoemen welke interventies er kunnen worden toegepast ter ondersteuning bij de betreffende bedreiging.
Dat je een aantal ziektebeelden kunt benoemen die een bedreigde A en/of B kunnen veroorzaken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma 
Nabespreken voorbereidende opdracht
Demonstratie materialen
Kruiswoordpuzzel 
Oefenen met een scenario 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen heb je naar aanleiding van de voorbereidende opdracht?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van de ademhaling

Slide 5 - Open vraag

De functie van de longen is hierop gericht, door in en uit te ademen komt er per inademing verse lucht (met veel zuurstofmoleculen) in alle longblaasjes en kan de vervuilde uitademingslucht (met veel CO2 naar buiten)

Op celniveau vindt dit plaats door het langstromen van het bloed in de haarvaten. De slagaders brengen zuurstofrijk bloed en de venen voeren het zuurstofarme en CO2 rijke bloed terug naar de longen.

Slide 6 - Tekstslide

1. Neusamandel
2. Neuskeelholte
3. Mondkeelholte
4. Strottenhoofdkeelholte
5. Keelholte
6. Stembanden
7. Strottenhoofd
8. Linkerlong (bovenkwab)
9. Hart
10. Tussenribspieren
11. Middenrif
12. Rib
13. Long- en borstvlies
14. Bronchus.
15. Bloedvaten
16. Luchtpijp
17. Strotklepje
18. Keelamandelen
19. Neusopening
20. Neusholte met neusschelpen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Treat first what kills first! 
Een bedreiging van de luchtwegen kan levensbedreigend zijn! 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen we observeren bij de luchtwegen?

Slide 9 - Woordweb

  1. Is patient bij bewustzijn? 
  2. Open de luchtweg, is de airway vrij: kijk in de mond, positie tong.
  3. Uitvragen klachten: benauwd/kortademig / pijn
  4. Hoesten: droge hoest; irritatie
  5. Productieve hoest: opgeven slijm, aard/kleur
  6. Ademgeluiden gedeeltelijke obstructie hoge luchtwegen geeft een hoog, gierend geluid bij de inademing.
  7. Verdachte geluiden: reutelen bij slijm, bloed, braaksel achter in de keel.
  8. Verdachte geluiden lage luchtwegen: experitoire stridor.
  9. Snurken bij bewusteloosheid door uitzakkende tong
Let op!
  1. Zolang iemand praat is de luchtweg vrij!
  2. Een hoorbare ademhaling is in principe een bedreigde ademhaling!
  3. Een volledige obstructie is onhoorbaar en leidt direct tot verstikking!



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedreigingen luchtwegen?

Slide 11 - Woordweb

  • Bewusteloosheid; Neurologische uitval; Zwelling of oedeem in de keel; Corpus alienum; Tumor; Trismus (status epilepticus, tetanie, kaakabses, maligne hyperthermie, amfetaminegebruik en ernstige malaria)
  • Verhoogde waakzaamheid bij: Trauma (extreem geweld ter plaatse van hoofd-halsgebied, of een vermoeden op fractuur van de wervels in de hals); Ophanging (poging tot); Bewegingsbeperking (bewusteloosheid of door anesthesie waardoor de spiertonus in de hals wordt beperkt.; Trauma of tumoren in cervicale wervels (risico dwarslaesie); Anafylactische shock

Mogelijke interventies bij de luchtwegen?

Slide 12 - Woordweb

  • Ademweg openen: head tillt – chin lift of Jawthrust
  • Bij verslikking/ verstikking: 5 rugslagen en 5 buikstoten en bel 112
  • Houding: halfzittend of stabiele zijligging
  • Losmaken knellende kleding
  • EpiPen bij anafylaxie
  • Uitzuigen van de mondkeelholte of trachea en linker- /rechter bronchus.
  • Mayo tube of Quedel
  • Zo nodig de ademhaling ondersteunen: mond op mond beademing, CPAP/BIPAP, mechanische beademing (larynxmasker); intubatie 
  • Vernevelen met ventolin/atrovent.



Interventies bij de Airway 
open de luchtweg 
Rugligging
Head tilt/chin lift

Cave:
mogelijk hals/rugletsel
check CWK  

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaw thrust

Hoofd niet kantelen bij risico op nekletsel! 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verslikken/
verstikken 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Instructievideo < 2 min
Een Guedel of Mayo tube wordt in de mond wordt ingebracht en reikt van de tandenrij tot in de hypofarynx. Toegepast in gevallen waarbij de tong een obstructie van de ademwegen veroorzaakt. Vergemakkelijkt de kunstmatige beademing met behulp van een beademingsmasker
Zuurstoftherapie 
Mogelijkheden van lage dosis tot hoge (zie non-rebreathing masker) 

Slide 18 - Tekstslide

  • Een non-rebreathing mask. De naam is afkomstig van het werkingsmechanisme: uitgeademde lucht wordt niet opnieuw ingeademd, omdat in het masker ventielen zitten die ervoor zorgen dat er lucht wordt ingeademd met een hoge concentratie zuurstof vanuit het zakje (reservoir) en dat de uitgeademde lucht het masker verlaat, zodat deze niet opnieuw wordt ingeademd. 
  • Om het reservoir goed te laten vullen is een zuurstofflow van tenminste 10 liter per minuut nodig. Doorgaans wordt een non-rebreathingmask gebruikt met een flow van 12 tot 15 liter zuurstof per minuut. 

Slide 19 - Tekstslide

Non-invasieve beademingsondersteuning 

Slide 20 - Video

Materialen laten zien indien aanwezig. 

Medicatie voor intubatie (voorkeur)
- Sedatie: propofol of midazolam
- Pijnstilling: fentanyl
- Ontspannen spieren: Succenylcholine

Alleen succenylcholine is een kunstfout. De patiënt kan dan bij bewustzijn zijn maar niet reageren.

wat zijn dit?

Slide 21 - Tekstslide

1. Laryngoscoop
2. Beademingsballon met masker
3. Magilltang
4. Tube 

Welke onderstaande medicatie wordt gegeven bij intubatie?
A
sedatie (propofol/midazolam)
B
pijnstilling (fentanyl)
C
spierontspanner (succoenylcholine)
D
alle genoemde medicatie is mogelijk

Slide 22 - Quizvraag

Alleen succenylcholine is een kunstfout. De patiënt kan dan bij bewustzijn zijn maar niet reageren.

Bedankt voor jullie aandacht.
Wat neem je mee uit deze les naar de praktijk?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies