Informele en formele zorg in het verpleeghuis

Formele en informele zorg
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Formele en informele zorg

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
Werken in het verpleeghuis
Formele en informele zorg
Wie zijn je directe collega's?
Welke disciplines werken er in het verpleeghuis
MDO

Slide 2 - Tekstslide

In de ouderenzorg ben je het grootste deel van de dag bezig met persoonlijke zorg, zoals wassen en aankleden.
Juist
Onjuist

Slide 3 - Poll

Verpleeghuiszorg valt onder de intramurale zorg. Wat betekent intramurale zorg?
A
Zorg buiten de muren van een instelling
B
Zorg binnen de muren van een instelling

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Waar denk je aan bij informele zorg?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De kanteling
Zowel burgers als zorgprofessionals worden geacht in hun verwachtingen en taakopvatting te 'kantelen'; kijk eerst wat burgers zelf kunnen doen of het sociale netwerk voordat een 'dure' professional wordt ingeschakeld. Dit staat ook wel bekend als de Kanteling

Slide 13 - Tekstslide

Verandering in jouw rol
De rol en taken van de professional zijn veranderd:
  
  • Van zorgen voor naar zorgen dat
  • Van uitvoerend naar faciliterend en ondersteunend
  • Meer samenwerken

Slide 14 - Tekstslide

De rollen van de mantelzorger

Slide 15 - Tekstslide

Noem twee activiteiten die ook door een mantelzorger of een vrijwilliger kunnen worden uitgevoerd

Slide 16 - Open vraag

Wat kenmerkt mantelzorgers?
59% van de mantelzorgers in Nederland is vrouw
45% van de mantelzorgers is tussen de 45 en 65 jaar
8% van mantelzorgers is tussen de 18 en 24 jaar
18% van de mantelzorgers is ouder dan 65 jaar
43% van alle mantelzorgers is de centrale of belangrijkste verzorger van de hulpbehoevende
mannen helpen vaker bij administratie en vervoer
vrouwen helpen vaker bij het regelen, bij het bezoeken van een arts en bij persoonlijke verzorging

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Grenzen:
persoonlijk
relationeel
funtioneel
juridisch


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Modellen

SOFA model
 Samenwerken - Ondersteunen - Faciliteren - Afstemmen
WIFA Model
Waarderen-Informeren-Faciliteren - Afstemmen
Coup Model
 Contact leggen, Ondersteunen, Uitnodigen en Participeren
BOB
 Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming


https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/thema/informele-zorg/handreiking-wensen-verwachtingen-grenzen-formele-informele-zorg.pdf

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

De zorg die door informele zorgverleners wordt gegeven maakt een groot deel uit van de zorg die wordt geleverd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Informele zorgverleners hebben minder ervaringsdeskundigheid dan formele zorgverleners.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Mag een mantelzorger voorbehouden handelingen uitvoeren binnen een zorginstellling?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Professionele zorg
A
Zorg verleend door iemand die opgeleid is
B
Zorg verleend door iemand zonder diploma

Slide 29 - Quizvraag

Je opa helpen met boodschappen doen is een voorbeeld van
A
Informele zorg
B
Formele zorg
C
Gebruikelijke zorg

Slide 30 - Quizvraag

Informele zorg is altijd onbetaald!
A
Ja, en een uitzondering is wanneer de mantelzorger uit het pgb wordt betaald
B
Nee, betaald werk
C
Ja, informele zorg is altijd onbetaald werk

Slide 31 - Quizvraag

Informele zorgverleners hebben minder ervaringsdeskundigheid dan formele zorgverleners.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

In sommige gevallen mogen mantelzorgers ook verpleegtechnische handelingen uitvoeren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Hoe kun je iemand met een kleine sociale cirkel ondersteunen om het netwerk uit te bouwen?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide

Dilemma: Ben ik een professional als ik toegeef dat iets me niet lukt?
‘Ik krijg mevrouw Keulen niet meer onder de douche. Ik heb al van alles geprobeerd. Met pijn en moeite lukt het me om haar een beetje aan de wastafel te wassen, maar haren wassen lukt echt niet. Ik zie er tegenop om haar dochter te gaan vertellen dat het me niet lukt. Ze heeft toch al geen vertrouwen in onze kwaliteiten; ze zit er de hele tijd bovenop.’

Vragen:
• Is deze situatie herkenbaar?
• Zou jij de dochter om advies vragen in deze situatie? Waarom wel/niet?
• Hoe vind je het om een mantelzorger om advies te vragen? En hoe reageert de mantelzorger hierop?

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Bij afstemmen van zorg gaat het om
A
Samenwerking tussen verschillende professionals
B
Afstemmen van inhoud de zorg
C
Beide zijn juist

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

Dilemma: Wie kan ik inschakelen?
‘Mevrouw Innemee wordt steeds vergeetachtiger en heeft ook als gevolg van haar ouderdomsklachten meer hulp nodig.
Ik maak me zorgen over de situatie en vind dat er meer hulp en toezicht georganiseerd moet worden. Het netwerk van
mevrouw is klein; ze heeft alleen een zoon in Frankrijk met wie ze vooral telefonisch contact heeft. Ik hoor haar ook wel
eens praten over de buurvrouw, bij wie ze soms aanklopt als ze hulp nodig heeft.’

Vragen:
• Wie is/zijn hier volgens jou mantelzorger?
• Met wie ga je in gesprek over jouw zorgen? En met welk doel?
• Hoe pak je het gesprek aan? Zou je het gesprek met haar zoon anders aanpakken dan het gesprek met de buurvrouw?
• Hoe ga je om met het beroepsgeheim?

Slide 43 - Tekstslide

Dilemma: Contact met de mantelzorger buiten de cliënt om?
‘Mevrouw Zeilen is sinds kort in zorg. Hoewel we in een brief aan de cliënt nadrukkelijk ook de mantelzorger hebben uitgenodigd
voor het intakegesprek, was haar zoon niet aanwezig. Volgens mevrouw Zeilen woont hij ver weg en is hij erg druk.
Ze wil hem niet belasten en vertelt dat hij hier vast ook niet op zit te wachten. Haar netwerk is verder erg klein. We hebben
de indruk dat de gevolgen van de CVA groter zijn dan mevrouw zelf erkent. Mogelijk spelen er nog andere problemen. Wij
willen graag meer inzicht in de situatie van mevrouw en onze indruk bespreken met haar zoon.’

Vragen:
• Wat doe je? Ga je proberen in contact te komen met haar zoon?
• Hoe kom je in contact met hem? Via de cliënt die haar zoon niet wil belasten? Of ga je rechtstreeks contact zoeken?
• Wat is het doel van je gesprek? En hoe ga je dat bereiken?

Slide 44 - Tekstslide

Dilemma: Hoe ver gaat mijn zorg?
‘Meneer De Vries heeft mij een keer gevraagd of ik wat boodschappen voor hem mee wilde nemen. Dat heb ik toen gedaan.
Maar nu vraagt hij het wekelijks. Ik wil het liever niet doen, maar ik wil hem ook niet teleurstellen. Bovendien weet ik dat
hij geen partner of kinderen heeft waar hij op terug kan vallen.”
Bespreek de vragen met elkaar:
• Als jij in deze situatie komt, wat doe je dan? Wanneer wordt het een probleem?
• Hoe zou je de sociale kaart kunnen gebruiken om meneer De Vries te helpen?
• Hoe trek je één lijn met je collega’s en maak je goede afspraken met elkaar?

Slide 45 - Tekstslide