4.6.17 Je kunt verschillende soorten uitgaven noemen.
4.6.18 Je kunt uitleggen wat garantie is en waar je aan productinformatie kunt komen.
4.6.19 Je kunt beschrijven hoe je goed kunt omgaan met zakgeld en kleedgeld.
4.6.20 Je weet hoe je overzicht kunt houden over je inkomsten en uitgaven.
4.6.21 Je kunt uitleggen waarom je voorzichtig moet zijn met aankopen op afkoop of abonnementsbasis.
Misschien krijg jij zakgeld of kleedgeld. Dat geld kun je zelf uitgeven. Daarbij moet je steeds rekenen. Je kunt elke euro namelijk maar één keer uitgeven. Dus wat koop je wel en wat koop je niet?