Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nederlands OP 3 derde les
Nederlands OP 3 bijeenkomst 3
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands OP 3 bijeenkomst 3
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een werkwoord?
Slide 2 - Woordweb
Een werkwoord heeft verschillende vormen
1) persoonsvorm
2) infinitief
3) voltooid deelwoord
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De muis trippelt door de klas.
A
de muis
B
trippelt
C
de klas
D
door
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Meneer Dick beoordeelt de toetsen van rekenen.
A
Meneer Dick
B
de toetsen
C
beoordeelt
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De conducteur geeft een fluitsignaal.
A
fluitsignaal
B
geeft
C
de conducteur
Slide 6 - Quizvraag
Wat is in deze zin het infinitief?
Yusef gaat vanavond voetballen.
A
Yusef
B
gaat
C
voetballen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is in deze zin het infinitief?
Ahlam en Queenie gaan de hele avond studeren.
A
Ahlam en Queenie
B
studeren
C
gaan
Slide 8 - Quizvraag
Wat is in deze zin het infinitief?
Mo wil vanmiddag solliciteren.
A
solliciteren
B
Mo
C
wil
Slide 9 - Quizvraag
Wat is in deze zin het voltooid deelwoord?
Madé heeft de hele dag gewerkt.
A
heeft
B
de hele dag
C
gewerkt
Slide 10 - Quizvraag
Wat is in deze zin het voltooid deelwoord?
Ahmed heeft een wereldrecord verspringen gevestigd.
A
Ahmed
B
verspringen
C
een wereldrecord
D
gevestigd
Slide 11 - Quizvraag
Wat is in deze zin het voltooid deelwoord?
Maria heeft een 9,6 voor haar examen Nederlands gescoord.
A
Maria
B
heeft
C
gescoord
Slide 12 - Quizvraag
Wat is in deze zin de persoonsvorm?
Miro voelt zich veel fitter sinds hij wekelijk sport.
A
Miro
B
voelt
C
sport
Slide 13 - Quizvraag
Nu door elkaar? Wat is het infinitief?
Khalid gaat de helft van zijn salaris sparen.
A
gaat
B
de helft van zijn salaris
C
sparen
D
Khalid
Slide 14 - Quizvraag
Jamal wil graag een rode Ferrari als hij de loterij wint.
A
Jamal
B
rode
C
Ferrari
Slide 15 - Quizvraag
Wat is in deze zin het voltooid deelwoord?
Jorrit heeft zijn tikkie betaald.
A
heeft
B
betaald
C
Jorrit
D
zijn
Slide 16 - Quizvraag
Lidwoorden
De, het en een.
Ze staan voor een zelfstandig naamwoord.
Let op er kunnen ook andere woorden tussen staan.
Slide 17 - Tekstslide
Zelfstandig naamwoorden herkennen.
Je kunt er meestal de, het of een voor zetten.
Je kunt ze meestal in het meervoud zetten.
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken.
Let op: een naam is ook een zelfstandig naamwoord.
Slide 18 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
- een bijvoeglijk naamwoord geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord. Het kan er voor of achter staan.
- een
stoffelijk
bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal iets is gemaakt.
Slide 19 - Tekstslide
Wat is in deze zin het zelfstandig naamwoord?
De student gaat voor het vak Nederlands versneld examen doen.
A
gaat
B
student
C
Nederlands
Slide 20 - Quizvraag
Wat is in deze zin het zelfstandig naamwoord?
Margaritha mixt een cocktail.
A
mixt
B
een
C
cocktail
Slide 21 - Quizvraag
Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
De grappige presentator blijkt helemaal niet aardig in het echt.
A
grappige
B
presentator
C
aardig
Slide 22 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Spelling de infinitief en het voltooid deelwoord
Juni 2019
- Les met
24 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling
September 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Grammatica H1 Nu Nederlands
April 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoorden
September 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoorden
11 dagen geleden
- Les met
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1 Woordsoorten 1.1 Werkwoorden
Februari 2021
- Les met
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1 Woordsoorten 1.1 Werkwoorden
Oktober 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Samenvatting grammatica: lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, werkwoordsvormen, onderwerp, persoonsvorm, zinsdelen
September 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1