Klimaat 7 BSO

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NCZSecundair onderwijs

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doe je ogen dicht en neem een klein kind dat je nabij is in gedachten. Het kan je eigen kind of kleinkind zijn, maar ook een neefje, nichtje of buurmeisje. Stel je nu het kind voor dertig jaar in de toekomst. Hoe ziet het eruit? Heeft het zelf kinderen? Wat is de vreugde van zijn/haar leven, wat zijn de problemen? Stel je hem/haar nu voor op zijn/haar 90ste verjaardag, omringd door vrienden en familie. Als de persoon uit het raam kijkt, wat voor wereld ziet hij/zij dan? Hoe is de lucht die hij/zij inademt? En stel je dan voor dat hij/zij een verjaardagstoespraak houdt over jou, de overleden voorouder. De stem kraakt wat maar is nog krachtig. Wat vertelt hij/zij over jou? Wat deed jij om een goede voorouder te zijn? Wat liet jij na voor de toekomst?
Klimaatcrisis
Oorzaken, gevolgen en oplossingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ecostress
Verschillende mensen voelen verschillende dingen. 
De één voelt boosheid om het gedrag van de ander en de ander voelt schaamte om gedrag van zichzelf. 

Weer een ander voelt allerlei emoties tegelijk! 

Alle ervaringen van ecostress zijn verschillend en kunnen van dag tot dag veranderen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij ecostress?
17°C Geen ecostress
18°C Weinig ecostress
19°C Gematigde ecostress
20°C Aanwezige ecostress
21°C Hevige ecostress

Slide 4 - Poll

Om te weten waar die eventuele stress vandaan komt testen we even onze kennis met een korte quiz. VOLGT HIERNA
.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De laatste 100 jaar is de gemiddelde temperatuur op aarde gestegen met:
A
bijna 1 °C
B
bijna 3 °C
C
bijna 5 °C

Slide 6 - Quizvraag

Een opwarming van 1 °C over 100 jaar lijkt op het eerste zicht peanuts. Maar als we kijken naar de geschiedenis van de aarde, dan gaat het over een belangrijke en een zeer snelle opwarming. Om een idee te geven: in de laatste ijstijd was de gemiddelde temperatuur op aarde slechts 4 °C lager dan vandaag. Toen bedekte een dikke ijslaag een groot deel van Europa en kon je over het ijs naar Engeland wandelen.
Om de klimaatverandering binnen de perken te houden mag de wereldwijde stijging van de temperatuur niet groter zijn dan:
A
2 °C
B
4 °C
C
6 °C

Slide 7 - Quizvraag

Voor wetenschappers staat het vast: om binnen leefbare grenzen te blijven moeten we de opwarming van onze planeet beperken tot ruim onder de 2 °C, en liefst tot 1,5 °C. Boven deze grens zullen de gevolgen van de klimaatverandering aanzienlijk toenemen.

Willen we deze doelstelling van 1,5 °C bereiken, dan zal de wereldwijde uitstoot van CO₂ tegen 2050 tot nul moeten herleid worden. Tegen dan moeten we dus klimaatneutraal zijn.
Wat is het belangrijkste broeikasgas van menselijke oorsprong in de atmosfeer?
A
koolstofdioxide
B
Methaan
C
Lachgas

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

15 procent van het Vlaams grondgebied bevindt zich
A
lager dan 5 meter boven de zeespiegel
B
hoger dan 5 meter boven de zeespiegel

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meer hevige regenbuien betekent dat er minder droogte zal zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van de totale uitstoot van broeikasgassen is te wijten aan veeteelt?
A
8%
B
18%
C
38%

Slide 11 - Quizvraag

Ongeveer 18% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen is te wijten aan veeteelt. Dat is meer dan alle auto’s, vliegtuigen en boten samen. Dit betekent dat we de uitstoot sterk zouden kunnen verminderen als de wereld massaal overschakelt op vleesarme voeding.

Wat zit er in die 18%? Zowel de rechtstreekse uitstoot (methaangas via boeren en winden van koeien en lachgas via mest) als de onrechtstreekse uitstoot van broeikasgassen. Zo sneuvelen gigantische oppervlakten regenwoud om plaats te maken voor graaslanden en akkerlanden voor de teelt van veevoeder. Bij ontbossing en omvorming van land komen veel broeikasgassen vrij, o.a. door het afbranden van het woud.
Hoe meer de oceaan opwarmt
A
hoe meer zuurstof die bevat
B
hoe meer de zeespiegel stijgt
C
hoe sterker de Golfstroom

Slide 12 - Quizvraag

Het zeeniveau stijgt door de thermische uitzetting van de oceanen: warm water neemt meer plaats in dan koud water. Maar ook het smelten van de gletsjers en de ijskappen van Groenland en Antarctica draagt bij tot deze stijging. Het stemt tot nadenken dat er in Groenland genoeg ijs is om het zeeniveau met 7 m te doen stijgen!
Door de opwarming van de aarde stijgt het zeeniveau. Welke van deze drie zaken heeft NIETS te maken met de stijging van de zeespiegel?
A
Het afsmelten van de ijskappen
B
Doordat het water warmer is, neemt het meer plaats in
C
Door verhoogde regenval stroomt er meer water naar de oceanen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De grootste hoeveelheid drinkwater op onze aarde bevindt zich in...
A
de oceanen
B
de rivieren
C
de gletsjers en de ijskappen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke stad werd in 2015 een belangrijk klimaatakkoord afgesloten door zowat alle landen van de wereld?
A
Kyoto
B
New York
C
Parijs

Slide 15 - Quizvraag

Elk jaar komen de leiders van (bijna) alle landen van de wereld samen op een klimaattop om te kijken hoe we de klimaatverandering kunnen aanpakken. In 2015 werd er eindelijk een wereldwijd en bindend klimaatakkoord afgesloten. Dat gebeurde op de 21ste klimaattop in Parijs. Daar hebben 195 landen afgesproken om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5 à 2 °C. Een historisch moment!

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tijd voor oplossingen,
maar eerst even een tussendoortje 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Teken de opdracht over op een blad papier. Verbind de negen stippen met vier rechte lijnen, zonder je pen van het papier te halen.


Een tip: om dit raadsel op te lossen moet je letterlijk ‘out of the box’ gaan!

Slide 19 - Tekstslide

Een probleem op een nieuwe, andere manier bekijken om het op te lossen, is ‘out of the box’- denken. Wereldwijd zijn wetenschappers op zoek naar nieuwe oplossingen om de klimaatverandering aan te pakken. Maar die liggen niet voor het grijpen en de weg van een eerste idee tot een bruikbare oplossing is lang.  
Out of the box denken


Een probleem op een nieuwe, andere manier bekijken om het op te lossen, is ‘out of the box’- denken. Wereldwijd zijn wetenschappers op zoek naar nieuwe oplossingen om de klimaatcrisis aan te pakken. 
We bekijken 2 ideeën die te maken hebben met voeding.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denken jullie aan als mogelijke oplossingen voor de klimaatcrisis die verband houden met voedsel?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Insecten eten
Sommigen zeggen dat we insecten, zoals krekels, meelwormen en sprinkhanen moeten gaan eten om iedereen op de wereld in de toekomst nog van voedsel te kunnen voorzien. Insecten zijn heel voedzaam en bevatten voldoende ijzer, eiwitten, omega 3-vetzuren, vitamines B1 en B12 om het klassieke vlees van je menu te schrappen.

Slide 22 - Tekstslide

Interessant voor jou: https://npokennis.nl/longread/7947/moeten-we-allemaal-insecten-gaan-eten#id-4919 

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ben jij klaar om insecten te eten?
Kom maar op met die krekels!
Ik wil het wel eens proberen.
Misschien
Neen, niet meteen iets voor mij.
Bah! Ben je gek?!

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen zouden wereldwijd al regelmatig insecten eten?
A
1 miljard
B
2 miljard
C
5 miljard

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel eetbare insecten zijn er wereldwijd ongeveer bekend?
A
10
B
200
C
2.000
D
100.000

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het zwaarste insect ter wereld?
A
een krekel
B
een libel
C
een kever
D
een vlinder

Slide 27 - Quizvraag

Goed! Het zwaarste insect ooit gewogen is een larve van de neushoornkever Megasoma actaeon, een soort uit Zuid-Amerika. In 2009 kweekte iemand in Japan een larve op van 228 gram. Zo zwaar als een rat!
Welke van de volgende ongewervelden is eetbaar?
vogelspin
kakkerlak
libellenlarve
mier

Slide 28 - Poll

Allemaal worden ze in bepaalde werelddelen gegeten. 
Welke uitspraak is waar?
A
Mensen met schaaldierallergie kunnen ook allergisch zijn voor insecten
B
Honingbijen maken honing van de kaka van hun larven
C
Termieten hebben net als mieren een koningin, geen koning
D
De zijderups wordt alleen gebruikt voor zijn zijde

Slide 29 - Quizvraag

Correct! Insecten en schaaldieren hebben vergelijkbare eiwitten, die eenzelfde allergische reactie kunnen veroorzaken. Honing wordt gemaakt van bijenspeeksel en nectar, termieten hebben een koninklijk paar (koning en koningin), en naast de zijde gebruikt men de zijderups in Azië ook als delicatesse.
In Thailand is het heel normaal om allerlei insecten te eten, van spinnen tot kakkerlakken.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In delen van Afrika en Azië zijn de larven van de rode palmkever een populair en voedzaam hapje

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gefrituurde sprinkhaantjes zijn in het zuiden van Mexico een geliefde snack.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kweekvlees
Kweekvlees is vlees dat gekweekt wordt uit dierlijke stamcellen die men in een groeilichaam laat ontwikkelen. Buiten het lichaam van het dier dus. Deze ‘celcultuur’ vindt plaats in vaten, net zoals bij de traditionele fermentatie van bier en yoghurt bijvoorbeeld.

Hoewel er voor kweekvlees geen enkel dier geslacht moet worden, is het wel echt vlees. Op moleculair niveau zie je dan ook geen verschil tussen kweekvlees en traditioneel vlees.

Kweekvlees is het resultaat van ‘cellulaire landbouw’, een alternatieve kweekmethode. Naast vlees wil de cellulaire landbouw ook vis, melk, eieren, foie gras en leer maken op basis van gekweekte cellen of micro-organismes. Op die manier helpt deze methode de problemen omtrent dierenwelzijn en de negatieve effecten van de huidige vleesproductie op het milieu de wereld uit.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus wat is het precies? 
Wetenschappers werken momenteel aan een manier om vlees te produceren door dierlijke cellen te gebruiken in plaats van levende dieren. Deze nieuwe methode om vlees te produceren zal waarschijnlijk binnen de komende vijf à tien jaar beschikbaar zijn voor de consument. Let wel, dit soort vlees is echt dierlijk vlees en mag dus niet worden verward met plantaardige vleesvervangers. Dit vlees is dus identiek aan dierlijk vlees (smaak, voedingswaarde, …) zonder dat er dieren voor gedood moeten worden

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn je eerste indrukken over deze nieuwe manier om vlees te produceren?
zeer positief
positief
niet positief/niet negatief
negatief
zeer negatief

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Zou je dit soort vlees willen proeven van zodra het beschikbaar is?
zeker
waarschijnlijk
misschien wel/niet
waarschijnlijk niet
zeker niet

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat zouden voor jou de twee belangrijkste redenen zijn om kweekvlees te consumeren?

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zouden voor jou de twee belangrijkste redenen zijn om kweekvlees NIET te consumeren?

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Klaar voor een knapperige afsluiter? 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies