Herhaling 7.2 en 7.3 signaalwoorden

Lezen
timer
15:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg 7.3 signaalwoorden
  • Maken opdrachten
  • Verder oefenen met zelftoets(en)


Doel: je kent twee nieuwe signaalwoorden. 






Doel van de les: 

Slide 2 - Tekstslide

Even een stukje herhaling....

Schrijf de volgende zin over op je wisbordje, zet strepen tussen de zinsdelen en benoem de zinsdelen.


Binnenkort geven mijn broer en zijn
 vrienden een examenfeestje in de tuin van Teun.

Slide 3 - Tekstslide

Even een stukje herhaling....

Benoem het hww en de zww in de volgende zinnen:


1. Ik kijk iedere avond een aflevering van die nieuwe serie.

2. Gisteren heb ik zelfs twee afleveringen gezien.

Slide 4 - Tekstslide

Sommige of sommigen?

Wat weet je hier nog van?




Slide 5 - Tekstslide

Sommige of sommigen?

Je schrijft sommige als:

- het over een dier of ding gaat (Sommige kunnen blaffen)

OF

- als er een zelfstandig naamwoord achter staat (Sommige mensen zijn lui)


Je schrijft sommigen als:

- Het over mensen gaat

EN

- Het woord wordt zelfstandig gebruikt (Sommigen kwamen te laat)




Slide 6 - Tekstslide

De meeste(n) oudere(n) weten wat instagram inhoudt.
A
meeste, oudere
B
meeste, ouderen
C
meesten, oudere
D
meesten, ouderen

Slide 7 - Quizvraag

Koos en Ine zijn te laat. Beide(n) hebben zich verslapen
A
Beide
B
Beiden

Slide 8 - Quizvraag

De computer en de printer zijn nieuw. Beide(n) worden vandaag aangesloten
A
Beide
B
Beiden

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb vandaag iedereen gesproken. Sommige(n) vinden mijn voorstel niet goed.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 10 - Quizvraag

Toen beide(n) auto's uit de bocht vlogen, raakten beide(n) bestuurders in paniek
A
beide, beide
B
beide, beiden
C
beiden, beide
D
beiden, beiden

Slide 11 - Quizvraag

7.3 Signaalwoorden voor een oorzaak-gevolg

Je koppelt een oorzaak aan een gevolg met de signaalwoorden:
Hierdoor - daardoor - zodat - waardoor

Mijn fietsband bleek lek, waardoor ik vanmorgen te laat kwam op school.



Slide 12 - Tekstslide

7.3 Signaalwoorden voor een conclusie

Als de schrijver een of meerdere uitspraken heeft gedaan en daar een conclusie uit wil trekken, dan kunnen de volgende signaalwoorden gebruikt worden:
Dus   -  concluderend   -  uit dit alles blijkt  -  hieruit volgt

Je bent nu al vier keer te laat gekomen. Je zult je morgen dus om 8 uur moeten melden.


Slide 13 - Tekstslide

Maken:

H7: opdr 22 t/m 24, blz 22 t/m 23
H9: opdr 5 t/m 8, blz 82 t/m 84

Slide 14 - Tekstslide