H2.3 signaalwoorden + herhaling hoofdstuk

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lezen

Wat gaan we doen?

• Vooruitblikken op 1-toets H2
• Nakijken huiswerk
• Herhaling signaalwoorden
• Maken opdrachten
• Verder oefenen met toetsstof

Doel: je weet welke stof je moet kennen voor de toets van 6 oktober

Je kent 3 signaalwoorden en kunt deze herkennen in een tekst.

Doel van de les: 

Toetsstof:

• H2.1 --> zinsdelen, werkwoordsvormen, woordsoorten, voegwoorden (NIET: bijv. bepaling en wederkerend voornaamwoord)

• H2.2 --> werkwoordspelling + gebiedende wijs, hoofdletters en leestekens

• H2.3 --> verwijswoorden, signaalwoorden

Nakijken huiswerk

Open je boek op blz 49

Wat weet je nog over signaalwoorden? Waarom zijn ze belangrijk?

Wat is het verschil?

Ik wil naar buiten, want het regent.

Ik wil naar buiten, maar het regent.

Wat is het verschil?

Ik wil naar buiten, want het regent. (= reden)

Ik wil naar buiten, maar het regent. (= tegenstelling)

Signaalwoorden geven dus niet alleen een verband weer in de zin, maar ze kunnen ook als voegwoord dienen!

Signaalwoorden van tegenstelling

Signaalwoorden van voorbeeld

Signaalwoorden van opsomming

zo

maar

en

ten eerste

zoals

toch

Maken: opdr 33 en 34, blz 51, 52.

Klaar? 

- Bedenk met welke toetsstof je nog wilt oefenen

- Maak zelftoetsen via Op Niveau Online

- Oefen met de linkjes die je vindt op Google Classroom

Wat ik al goed begrijp:

zinsdelen

gebiedende wijs

voegwoorden

woordsoorten

hoofdletters

leestekens

verwijswoorden

signaalwoorden

Wat ik nog niet goed snap:

zinsdelen

gebiedende wijs

voegwoorden

woordsoorten

hoofdletters

leestekens

verwijswoorden

signaalwoorden