Ontbrandingstemperatuur= verschillend per brandstof
Slide 5 - Tekstslide
Waarom verbranding?
Vrijkomen van energie;
Warmte,
Beweging,
Vuilverbranding
Slide 6 - Tekstslide
Verbrandingsverschijnselen
Vlam = hoeveelheid gloeiend gas
Vonken = kleine vaste gloeiende deeltjes die wegspringen of met hete rook omhoogstijgen
Rook = zeer fijn verdeelde vaste deeltjes die NIET gloeien (niet heet genoeg)
Asresten = vrijgekomen vaste stoffen die GEEN rook of vonken vormen
Slide 7 - Tekstslide
Verbrandingen
Brand blussen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Brand en explosie
Brand = ongecontroleerde verbrandingsreactie
Explosie = een zeer snelle en hevige verbrandingsreactie (vaak gevolgd door brand)
Brand blussen
Afkoelen tot onder ontbrandingstemperatuur
Brandstof weghalen
Aanvoer zuurstof afsluiten
Slide 10 - Tekstslide
Verbrandingen
Rekenen
Slide 11 - Tekstslide
Bij een verbrandingsreactie reageren de brandstof en zuurstof in een vaste massaverhouding.
Overmaat = een gedeelte van een beginstof blijft na afloop van de reactie over.
Een overmaat aan zuurstof is geen probleem, dit mengt zich met de lucht.
Een overmaat van een andere stof is meestal ongewenst > het reactieproduct is GEEN zuivere stof!
Slide 12 - Tekstslide
Stoffen reageren altijd in een bepaalde verhouding met elkaar > zie coëfficiëntgetallen in de reactievergelijking.
Reactievergelijking
Massaverhouding uitrekenen met gegevens uit reactievergelijking: - verschillende atoommassa's noteren (BiNaS tabel 33 of 34) - reken nu de totale massa uit van de verschillende moleculen Let op de indexgetallen én de coëfficiëntgetallen > massa staat in ... u - Deze massa in Units kun je nu vervangen voor een andere massa-eenheid bijvoorbeeld gram (g) - Bedenk!! : Massa vóór de reactie = massa na de reactie
Bereken gevraagde stof m.b.v. verhoudingstabel
Weet je nog?
H2.4
Slide 13 - Tekstslide
Overschot uitrekenen
Je hebt 60 gram magnesium en 45 gram zuurstof. Wat is het overschot?
Er is maar 39 gram zuurstof nodig.
Er is dus 45 gram - 39 gram = 6 gram zuurstof overschot.
RV: 2 Mg (s) + O2 (g) 2 MgO (s)
MV: 49 u + 32 u 81 u
49 g + 32 g 81 g
Slide 14 - Tekstslide
Verbrandingen
(On)volledige verbranding
Slide 15 - Tekstslide
De hoeveelheid van een vaste stof wordt bijv. gegeven in gram (g) of kilogram (kg)= massahoeveelheid.
Reken een volumehoeveelheid altijd eerst om naar een massahoeveelheid.
Vloeistoffen en gassen worden meestal gegeven in bijv. mL of dm3 = volumehoeveelheid.
Slide 16 - Tekstslide
Aardgas
Aardgas = mengsel dat bestaat uit methaan (80%) en stikstof.
Aardgas verbranden
Methaan = CH4
Bij volledige verbranding ontstaat CO2 (g), H2O (g) en energie.
Brandbare stof
Kleur- en geurloos
Slide 17 - Tekstslide
In methaanmoleculen is energie opgeslagen = chemische energie
Aardgas verbranden
CH4(g) + 2 O2(g) CO2 (g) + 2 H2O (g)
Wordt niet weergegeven in de reactievergelijking!
die kan worden
omgezet in licht & warmte
Slide 18 - Tekstslide
Oxidatie = reactie tussen zuurstof en een andere stof
Bij een verbranding ontstaan zuurstofverbindingen = oxiden. Bij een volledige verbranding, dus met voldoende zuurstof ontstaan oxiden van de elementen (de atoomsoorten) in de brandstof.
In Methaan (CH4) zitten C en H
Na verbranding CO2 en H2O
Koper > koperoxide
Magnesium > magnesiumoxide
Slide 19 - Tekstslide
Aantonen verbrandingsprod.
Reagens= stof die een andere stof zichtbaar maakt
Water maakt wit kopersulfaat blauw
Water maakt witte custard geel
Koolstofdioxide maakt helder kalkwatertroebel
Producten zijn niet altijd te zien. Denk aan waterdamp en koolstofdioxide. Je kunt ze wel aantonen.
Slide 20 - Tekstslide
Ook (zuivere) zuurstof kun je aantonen; een gloeiende houtspaander gaat feller branden/gloeien als hij in contact komt met veel (zuivere) zuurstof.
Een gloeiende houtspaander is een reagens op zuivere zuurstof.
Weet je nog?
H2.2
Slide 21 - Tekstslide
Onvolledige verbranding
Volledige verbranding
voldoende zuurstof
Onvolledige verbranding
Onvoldoende zuurstof
Andere reactieproducten
Zeer giftig gas!
Slide 22 - Tekstslide
Verbrandingen
Brandstoffen en milieuvervuiling
Slide 23 - Tekstslide
Fossiele brandstoffen
Steenkool opwekken energie (NL), wordt voor verbranding gezuiverd; cokes.
Aardolie(koolwaterstof) brandstoffen & grondstoffen voor chemische industrie.
Nadeel: er komen veel schadelijke stoffen vrij
Milieuschade door vrijkomen CO2, SO2, NO en NO2:
versterkt broeikaseffect, zure regen en smogvorming
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Ammoniak
Ammoniak komt voor in mest.
In de bodem wordt het door bacteriën gebruikt als grondstof en omgezet in Salpeterzuur.
verzuring van de bodem
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
CFK's
Ozon komt voor in de ozonlaag, die zich hoog in de dampkring rondom de aarde bevindt.
Ozonlaag absorbeert schadelijke straling van de zon.
Cfk's = stoffen die bestaan uit de elementen chloor, fluor en koolstof.