In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H3 Verbrandingen
§3.1 Verbrandingsreacties
§3.2 Brand blussen
§3.3 Rekenen aanverbrandingsreacties
§3.4 Volledige en onvolledige verbrandingen
§3.5 Brandstoffen en milieuvervuiling
§3.6 Reactiesnelheid
Slide 1 - Tekstslide
Vorige lessen
Bespreken huiswerk:
§3.1: 10, 11, 12, 13, 14
§3.2: 26, 27, 28, 29
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Na deze les kun jij de massaverhouding tussen een brandstof en zuurstof uitrekenen.
Na deze les kun jij bij een verbranding uitrekenen welk beginstof in overmaat is, zuurstof of de brandstof.
Slide 3 - Tekstslide
Maken
Probeer op zijn minst de volgende opdrachten goed te maken: 35, 36, 37, 39
Vind je het onderwerp lastig, maak dan meer opdrachten.
Kijk deze opdrachten na.
Bepaal welke opdrachten je besproken wilt hebben?
Slide 4 - Tekstslide
Bij een verbrandingsreactie reageren de brandstof en zuurstof in een vaste massaverhouding.
Overmaat = een gedeelte van een beginstof blijft na afloop van de reactie over.
Een overmaat aan zuurstof is geen probleem, dit mengt zich met de lucht.
Een overmaat van een andere stof is meestal ongewenst > het reactieproduct is GEEN zuivere stof!
Slide 5 - Tekstslide
Stoffen reageren altijd in een bepaalde verhouding met elkaar > zie coëfficiëntgetallen in de reactievergelijking.
Reactievergelijking
Massaverhouding uitrekenen met gegevens uit reactievergelijking: - verschillende atoommassa's noteren (BiNaS tabel 33 of 34) - reken nu de totale massa uit van de verschillende moleculen Let op de indexgetallen én de coëfficiëntgetallen > massa staat in ... u - Deze massa in Units kun je nu vervangen voor een andere massa-eenheid bijvoorbeeld gram (g) - Bedenk!! : Massa vóór de reactie = massa na de reactie
Bereken gevraagde stof m.b.v. verhoudingstabel
Weet je nog?
H2.4
Slide 6 - Tekstslide
Overschot uitrekenen
Je hebt 60 gram magnesium en 45 gram zuurstof. Wat is het overschot?
Slide 7 - Tekstslide
Overschot uitrekenen
Je hebt 60 gram magnesium en 45 gram zuurstof. Wat is het overschot?
RV: Mg (s) + O2 (g) MgO (s)
Slide 8 - Tekstslide
Overschot uitrekenen
Je hebt 60 gram magnesium en 45 gram zuurstof. Wat is het overschot?
RV: 2 Mg (s) + O2 (g) 2 MgO (s)
Slide 9 - Tekstslide
Overschot uitrekenen
Je hebt 60 gram magnesium en 45 gram zuurstof. Wat is het overschot?
RV: 2 Mg (s) + O2 (g) 2 MgO (s)
MV: 49 u + 32 u 81 u
49 g + 32 g 81 g
Slide 10 - Tekstslide
Overschot uitrekenen
Je hebt 60 gram magnesium en 45 gram zuurstof. Wat is het overschot?
Er is maar 39 gram zuurstof nodig.
Er is dus 45 gram - 39 gram = 6 gram zuurstof overschot.
RV: 2 Mg (s) + O2 (g) 2 MgO (s)
MV: 49 u + 32 u 81 u
49 g + 32 g 81 g
Slide 11 - Tekstslide
Je wil 80 gram magnesium verbranden. Hoeveel zuurstof is er nodig?
Slide 12 - Open vraag
Je verbrandt 20 gram calcium met 10 gram zuurstof. Welke stof is in overmaat en hoeveel?
Slide 13 - Open vraag
Leerdoelen check
Na deze les kun jij de massaverhouding tussen een brandstof en zuurstof uitrekenen.
Na deze les kun jij bij een verbranding uitrekenen welk beginstof in overmaat is, zuurstof of de brandstof.