Leesvaardigheid les 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Leesvaardigheid

De pikkel en de wob

Een wob mufte zijn frinse fruin.

Een pikkel beunde snerp in de fruin van de wob.

“Groes mijn bale fruin”, loeg de wob biest.

“Mien fruin is frins”.

“Proest bedaaan”, makkelde de pikkel.

“Mart jij benedel geen lijpjes?”

“Ik mart geen rotse pikkels”, slukte de wob biester.

Vragen (met hele zinnen beantwoorden):

1. Wat mufte de wob?

2. Hoe beunde de pikkel in de fruin van de wob?

3. Wat is de fruin?

4. Wat makkelde de pikkel?

5. Hoe slukte de wob?

Onderwerp

In één woord of in een paar woorden waar de hele tekst over gaat. 

Hoofdgedachte

- Wat er in de tekst over het onderwerp wordt gezegd;

- Wordt in één zin weergegeven;

- De kortst mogelijke samenvatting van een tekst.

Welk doel kan een tekst hebben?

Doelen van teksten

1. informeren: nieuwsberichten 

2. instrueren: recept

3. overtuigen / betogen: column

4. overhalen / activeren: reclamefolder

Publiek 

Kijkvraag: welke drie aspecten van een tekst tonen aan voor wie de tekst is bedoeld? 

Lees de volgende tekst en bedenk voor jezelf wat het onderwerp en de hoofdgedachte van de tekst is. 

Het doel van een betoog is

1. informeren
2. overtuigen
3. instrueren
4. activeren

Het doel van een studieboek is

1. informeren
2. overtuigen
3. instrueren
4. activeren

Het doel van een filmposter is

1. informeren
2. overtuigen
3. instrueren
4. activeren

Het doel van een recept is

1. informeren
2. overtuigen
3. instrueren
4. activeren

Sleep de tekstvormen naar de bijbehorende tekstdoelen.

informeren

overtuigen

activeren

instrueren

handleiding

artikel

schoolboektekst

column

advertentie

recept