In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Dagbesteding week 3
Slide 1 - Tekstslide
Boek: dagbesteding
Thema 1 – Hoofdstuk 3:
De betekenis van dagbesteding voor de beroepskracht
Lesdoelen:
Weet wat voor structuren er zijn
Weet dat er verschillende psychologische stromingen zijn
Begrijpt wat de hulpvraag is en hoe deze tot stand komt
Slide 2 - Tekstslide
Structureren hoe doe jij dat voor een client?
Slide 3 - Open vraag
Structureren:
Structureren: is de noodzaak van vaste afspraken, van programmapunten, en vervolgens die punten zelf in hun samenhang zo aanbieden, zo hanteren en naleven dat iemand er inzicht in krijgt.
Gevaren bij geen (duidelijke) structuur:
Verwarring
Afbraak zelfbeeld
Angstig bij maken keuze: vrijheid nog te veel, spanning neemt toe, evenals gevoel van onveiligheid en onbekwaamheid
Biedt een mogelijkheid waar iemand tot rust kan komen
Continuïteit spullen een vaste plaats geven etc.
Sociale structuur (gedragsregels, consequenties)
Regels en instructies kort houden
Tijdsstructuur (dagritme)
Denk aan een klok/horloge/timer etc.
Materiele structuur (materialen)
Kies juiste materialen
Slide 5 - Tekstslide
Aan welke structuur heb jij behoefte?
Slide 6 - Open vraag
Structureren in de dagbesteding
Programmastructuur (activiteiten, dagritme)
Structuur in bijzondere situaties (onverwacht/gevaren)
Tafelstructuur (eetgedrag, maaltijd begin en einde, aantal personen)
Taakstructuur
Taalstructuur (humor, non-verbale signalen)
Fysieke structuur (conflict, beheersen agressie)
Slide 7 - Tekstslide
Kaders voor begeleiding van dagbesteding
Psychodynamische benadering
Behaviouristische benadering
Cognitieve benadering
Humanistische benadering
Systemische benadering
Biologische benadering
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht
Ga in groepjes onderstaande benadering verder uitwerken, hierover ga je een korte uitleg geven, met voorbeelden uit de praktijk/ je werk hoe je de benadering herkent en maak je vragen over de benadering.
