Opdracht: Jullie gaan nu in tweetallen zinnen maken bij de verschillende functies van
zullen en
zouden. Schrijf de zinnen op de strookjes, maar schrijf de functie er niet bij.
Schrijf bij alle vier functies van zullen een zin.
Schrijf bij alle zeven functies van zouden een zin.
Zorg dat de zin inhoudelijk en grammaticaal correct is.
Klaar? Werk dan aan de opdrachten over zullen en zouden in je boek.