2JAM P3 week 4

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Today

aims

You understand relations between words.

You can derive a word from a related word.

programme

Work on unit 11 - starting up & vocabulary

Work on portfolio

BB P104

Starting up is part of your homework.

aim: finding specific infomation in order to answer a question (quiz)

BB p105 Vocabulary (1)

noun = zelfstandig naamwoord (mensen, dieren, dingen, eigenschap) vb fiets

adjective= bijvoeglijk naamwoord. Zegt iets over een zelfstandig naamwoord. vb mooiefiets

opposite = tegenovergestelde

Er is een relatie tussen deze woorden. Ze worden van elkaar afgeleid.

calmness (noun). I admire your calmness. 

calm (adjective). You are a calm person.

BB p105 Vocabulary (1)

• Je kunt een bijvoeglijk naamwoord negatief maken met een voorvoegsel: un/im/in/ir
• Of juist positief maken door dat voorvoegsel weg te halen.
  possible - impossible 

Soms gebruik je een heel ander woord als tegenstelling: calm - nervous.

Of je kunt je zin iets anders formuleren: calm - not calm

Wanneer un/in/im/ir

Je moet de woorden uit je hoofd leren, maar er is wel een hulpmiddel: het heeft vooral te maken met hoe je mond de woorden maakt.

Bijvoorbeeld im komt bijna altijd voor een p, impossible.

ir komt vrijwel altijd voor een r, irrelevant

Assignments:

Black book p 105: A (C) D
Opdracht C is uitleg over de laatste kolom van opdracht A

Homework

Finish: 

BB p104 Starting up

BB p105 vocabulary ACD

Work on portfolio

Study: 

BB P105 AC 

Next lesson bring white book too

Today

Watch portfolio videos

Check & work on vocabulary

Reading

Watch 2 portfolio videos

Check 

vocabulary

p105

	noun	adjective	opposite
1	patience	patient	impatient
2	calmness	calm	nervous
3	weakness	weak	strong
4	flexibility	flexible	inflexible
5	emotion	emotional	unemotional
6	consistency	consistent	inconsistent
7	sympathy	sympathetic	unsympathetic
8	formality	formal	informal
9	enthusiasm	enthusiastic	unenthusiastic
10	creativity	creative	not creative

Vocabulary D p 105

1. impatient
2. creative
3. unemotional
4. flexible
5. unsympathetic
6. calm
7. weak
8. inconsistent

in

un

im

ir

in

un

im

ir

cooperative

responsible

attractive

formal

sympathetic

enthusiastic

emotional

flexible

patient

regular

polite

possible

White book: p44 ABC

Als je twijfelt, gebruik dan een (online) woordenboek om uit te zoek wat het goede woord is.

Done? Work on portfolio

Reading

p106/107 Reading D

Homework

Finish: 

WB p 44 ABC

Reading D

Study: 

BB P105 AC + WB p 44 B

 Hand in: portfolio assignment 1