3.5 Woorden
1 / 24
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat tegenstellingen zijn
Slide 5 - Open vraag
Wat is de tegenstelling van laag
Slide 6 - Open vraag
Wat is de tegenstelling van kort
Slide 7 - Open vraag
Wat is de tegenstelling van digitaal
Slide 8 - Open vraag
Wat is de tegenstelling van zomer
Slide 9 - Open vraag
Wat is de tegenstelling van dag
Slide 10 - Open vraag
Welke twee voorvoegsels hebben we geleerd?
Slide 11 - Open vraag
Wat betekent het woord:
onzichtbaar
onzichtbaar
Slide 12 - Open vraag
Wat betekent het woord:
onzeker
onzeker
Slide 13 - Open vraag
Wat betekent het woord:
ongezond
ongezond
Slide 14 - Open vraag
Wat betekent het woord:
anti-kras
anti-kras
Slide 15 - Open vraag
Welke achtervoegsel hebben we geleerd?
Slide 16 - Open vraag
Wat betekent schuldloos?
Slide 17 - Open vraag
Wat betekent moeiteloos?
Slide 18 - Open vraag
Wat betekent geluidloos?
