In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
Slide 1 - Tekstslide
Ik kruis een homozygote blonde cavia met een homozygote (dominant) bruine cavia. Vervolgens worden de nakomelingen nog een keer met elkaar gekruist. Noteer de percentages van de genotypen en fenotypen van de nakomelingen uit die tweede kruising.
Slide 2 - Open vraag
De kinderen van een man met bloedgroep B en een vrouw met bloedgroep AB kunnen de volgende bloedgroepen hebben:
A
Alleen A
B
Alleen AB
C
Alleen A, B en AB
D
Zowel A, B, AB als O
Slide 3 - Quizvraag
Leerdoelen deze les
Je leert hoe aandoeningen en ziektes overerven
Je leert hoe je stambomen kunt aflezen en interpreteren
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Recessief of dominant?
Recessief of dominant?
Zoek een kind dat een ander fenotype heeft dan beide ouders. (Sem, Karin, Hans). Het kind moet homozygoot recessief zijn en de ouders heterozygoot (evt. drager). Dat houdt in dat het witte allel de dominante is en het rode allel de recessieve
Slide 7 - Tekstslide
biologiepagina.nl
Slide 8 - Link
maken.wikiwijs.nl
Slide 9 - Link
Letale allelen
Slide 10 - Tekstslide
De Manx is een staartloze kat. De eigenschap staartloos is het gevolg van een dominant allel. Voor fokkers van dit ras doet zich het volgende probleem voor: homozygoot staartloze jongen zijn niet levensvatbaar. Ze sterven al voor de geboorte. Een staartloze kater genaamd Kees bevrucht een staartloze poes genaamd Truus. Hoeveel procent van de nakomelingen van Truus en Kees is heterozygoot? (T1,2p)
Slide 11 - Open vraag
Multiple allelen
Als er van een gen of erfelijk kenmerk meer dan twee varianten of allelen voorkomen in de populatie, dan spreekt men van multiple allelen