§2.3 en §2.4

Hoofdstuk 2: 
Klimaat


§2.3 en §2.4

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: 
Klimaat


§2.3 en §2.4

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning 
Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen:

Uitleg §2.3 ‘Lage en hoge drukgebieden’ en §2.4 'Wet van Buys Ballot'

Lees en maak van §2.3 en §2.4 opdracht 12 t/m 14

Lesdoelencheck

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelvragen van deze les
  1. Waardoor ontstaat lage en hoge druk?
  2. Hoe wordt de stoom tussen lage en hoge druk ervaren?
  3. Hoe heten de luchtstromen tussen 30 graden en de evenaar?
  4. Door welk effect gaat de lucht stroom nooit rechtdoor?
  5. Leg de twee wetten van Buys Ballot uit



Slide 3 - Tekstslide

Lage en hoge drukgebieden (tekening)
Wind
De stroom die op het aardoppervlak van hoge druk gebied naar het lage druk gebied stroomt voel je als wind.
Neem de tekening over!

Slide 4 - Tekstslide

Welke regel is er van toepassing bij hoge en lage druk?
A
Wind waait van hoge druk naar lage druk
B
Wind waait van lage druk naar hoge druk

Slide 5 - Quizvraag

Waardoor ontstaat hoge druk?
A
Doordat lucht naar het aardoppervlak daalt
B
Doordat de lucht door sterke opwarming stijgt
C
Doordat lucht afkoelt en naar het aardoppervlak daalt
D
Doordat de lucht naar het aardoppervlak daalt

Slide 6 - Quizvraag

Waardoor ontstaat lage druk?
A
Doordat lucht naar het aardoppervlak daalt
B
Doordat de lucht door sterke opwarming stijgt
C
Doordat lucht afkoelt en naar het aardoppervlak daalt
D
Doordat de lucht naar het aardoppervlak daalt

Slide 7 - Quizvraag

Luchtdruksysteem op aarde (tekening)
Westenwinden
Tussen de 30 en de 60 graden Noorderbreedte en Zuiderbreedte
Passaten
Waaien tussen 30 graden en de evenaar. De passaat waait altijd naar de evenaar toe.
Wet van Buys Ballot
Lucht stroomt altijd van een hoge naar een lage drukgebied (H -> L) 
Door corioliseffect waait de wind niet recht door maar heeft een afwijking.

Met de wind in de rug heeft de wind op het:
  • Noordelijkhalfrond een afwijking naar rechts
  • Zuidelijkhalfrond een afwijking naar links
Neem de tekening over!

Slide 8 - Tekstslide

Corioliseffect
Door de draaiing van de 
aarde ontstaat deze afwijking.

Slide 9 - Tekstslide

Westenwind
Noordoost passaat
Zuidoost passaat
Afwijking naar rechts
Afwijking naar links
L
H
H
H
L
L
Westenwind
H

Slide 10 - Sleepvraag

Aan het werk
Wat: Lees en maak van §2.2 en §2.3 opdracht 12 en 14

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken! 

Hulp: je tekstboek (Lees goed!)
                 buurman/buurvrouw naast je
                de Bosatlas 

Klaar? maak herhaling/verdieping (kijk studiewijzer) en kijk na!



       

Klaar?: maak herhaling en verdieping (kijk studiewijzer)

Tijd  10 min voor de bel


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link