Depressie

1 / 13
volgende
Slide 1: Video
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Depressie in een
paar woorden

Slide 2 - Woordweb

Wat is een depressie?

  • Depressie wordt gekenmerkt door een neerslachtige stemming en het verlies aan interesse in bijna alle dagelijkse activiteiten.


Slide 3 - Tekstslide

Verschillende soorten
  • Lichte/matig/ ernstige (enele tot veel symptonen.)
  • Postpartum depressie (vrouwen met zwangerschap)
  • seizoensgebonden depressie
  • manisch-depressieve stoornis (bipolaire stoornis).In een manische episode heb je boordevol energie en ben je vaak hyperactief. In een depressieve episode het tegenovergestelde: je voelt je futloos, energieloos en hebt nergens meer zin in


Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken
  • Neerslachtige stemming
  • Niet meer genieten van wat je eerder wel fijn of prettig vond
  • Gevoelens van waardeloosheid
  • Geen beslissingen kunnen nemen
  • Slecht slapen
  • Concentratieproblemen
  • Suïcidale
    gedachten

Slide 5 - Tekstslide

Vroege signalen van een depressie
1. Niet lekker in je vel zitten (neersdlachtig, somber, negatieve gedachten)
2. Verminderde intersesse, minder genieten van dingen, neiging tot terugtrekken.
3. Hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen, veranderde eetlust.
4. Rusteloosheid, gejaagdheid, prikkelbaarder
5. Concentratieproblemen, vertraagd denken

Slide 6 - Tekstslide

Feiten 
  • Een depressie komt bij vrouwen twee maal vaker voor dan bij mannen
  • Komt het meeste voor tussen de 25 en 45 jaar
  • Oudere hebben een vergrote kans op een depressie
  • Een depressie bij oudere wordt vaak niet herkent

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken
  • Biologische factor

kan optreden na een niet aangeboren hersenletsel.


 Sociale factor

ingrijpende levensgebeurtenissen of  traumatische jeugdervaringen


 Psychische factor

bepaalde persoonlijke karaktereigenschappen, perfectionisme


Slide 8 - Tekstslide

In gesprek  
  1. Accepterende en begripvolle houding
  2. Beschrijven wat je opvalt aan het gedrag
  3. Depressie niet benoemen
  4. Help de leerlingen oplossingen te zoeken voor zijn problemen op school
  5. Bied een luisterd oor!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Eén op de vijf jongeren tussen de 12- 18 jaar heeft weleens last van depressieve gevoelens. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Een depressie komt twee maal zo vaak voor bij meisjes dan bij jongens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide