Agressie

De-escalerend werken
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De-escalerend werken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling :
Agressie in de zorg hoort er nu eenmaal bij !!
A
Eens
B
Oneens

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe reageer jij meestal op agressie?
bevriezen
vluchten
vechten

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf in je eigen woorden wat frustratie agressie en instrumentele agressie inhoudt

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Frustratie agressie
Komt voort uit emoties en frustraties
Kan plotseling opkomen
De agressie is niet persoonsgericht

Belangrijk om erkenning te geven en te luisteren!




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Instrumentele agressie
Heeft als doel om iets voor elkaar te krijgen
Blijft vaak aanhouden tot doel bereikt is
Vaak is er geleerd dat agressief gedrag  lonend is

Belangrijk om grenzen aan te geven hierin!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit het ook alweer met de verschillende breinen en agressie?
Reptielenbrein

Zoogdierenbrein

Het mensenbrein

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Reptielenbrein en Agressie in de Gehandicaptenzorg

Bij mensen met een verstandelijke beperking of neurologische aandoeningen kan het reptielenbrein (hersenstam) een grotere rol spelen, omdat de hersenontwikkeling in sommige gevallen minder volledig of anders is dan bij neurotypische mensen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij mensen met een ernstige verstandelijke beperking, autisme, of hersenbeschadiging.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Reptielenbrein en Agressie in de Gehandicaptenzorg

Instinctieve en fysieke agressie: Bij mensen met ernstige beperkingen kan agressie vaak worden veroorzaakt door instinctieve, reflexmatige reacties op frustratie, pijn of een gevoel van bedreiging. Agressie is in deze gevallen niet altijd bewust of doordacht, maar een automatische reactie die wordt getriggerd door een externe prikkel, zoals een verandering in routine, pijn of onbegrip over de situatie.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Reptielenbrein en Agressie in de Gehandicaptenzorg

Frustratie en communicatie: Agressie kan voortkomen uit onvermogen om op een verbale manier te communiceren. Bij mensen met een verstandelijke beperking of taalstoornissen kan het gebrek aan communicatievaardigheden leiden tot frustratie. Wanneer iemand zich niet begrepen voelt, kan de onmacht om behoeften te uiten zich uiten in fysiek gedrag, zoals slaan, schoppen of bijten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Zoogdierenbrein en Agressie in de Gehandicaptenzorg

Het zoogdierenbrein (limbisch systeem) speelt een rol in emotionele en sociale gedragingen. Bij mensen met een verstandelijke beperking of andere cognitieve aandoeningen, zoals autisme of gedragsstoornissen, kan het zoogdierenbrein vaker de oorzaak zijn van agressie. Dit heeft te maken met emoties zoals angst, frustratie, onbegrip, of het ervaren van sociale uitsluiting.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Zoogdierenbrein en Agressie in de Gehandicaptenzorg


Emotionele agressie: Mensen met bijvoorbeeld autisme kunnen agressief reageren op veranderingen in hun omgeving of in hun routine. Dit kan bijvoorbeeld optreden wanneer ze overprikkeld raken door geluiden, lichten of andere zintuiglijke stimuli.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Zoogdierenbrein en Agressie in de Gehandicaptenzorg


Verlies van controle over emoties: In sommige gevallen kunnen mensen met een verstandelijke beperking moeite hebben met het reguleren van hun emoties. Wanneer iemand bijvoorbeeld bang, boos of verdrietig is, kan dit zich uiten in agressief gedrag.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Zoogdierenbrein en Agressie in de Gehandicaptenzorg

Hechting en relaties: Sociale interacties kunnen voor sommige mensen moeilijk zijn, en agressie kan voortkomen uit een gevoel van bedreigd of niet-gewaardeerd zijn in sociale situaties. Het zoogdierenbrein speelt een cruciale rol in de hechting, en een verstoorde hechting kan leiden tot gedragingen die als agressie worden ervaren.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Mensenbrein en Agressie in de Gehandicaptenzorg
Het mensenbrein (neocortex) zorgt voor rationeel denken, zelfreflectie en zelfregulatie. Bij mensen met een verstandelijke beperking, of andere beperkingen die de ontwikkeling van de neocortex beïnvloeden, kan er een vertraging of beperking zijn in de capaciteit om agressieve impulsen te reguleren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Mensenbrein en Agressie in de Gehandicaptenzorg
Zelfregulatie en impulscontrole: Bij sommige mensen met een beperking is er een verminderd vermogen om agressieve impulsen te controleren. Dit komt doordat de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor impulscontrole en reflectie (bijvoorbeeld de prefrontale cortex) mogelijk minder goed ontwikkeld of beschadigd zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Mensenbrein en Agressie in de Gehandicaptenzorg
Verlies van controle over gedachten en emoties: Mensen met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking kunnen moeite hebben om hun emoties rationeel te begrijpen of te reguleren, wat kan leiden tot uitbarstingen van agressie als ze zich overweldigd voelen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Mensenbrein en Agressie in de Gehandicaptenzorg
Agressie als een keuze: In sommige gevallen kan agressie in een latere levensfase en bij mensen met een grotere cognitieve capaciteit (bijvoorbeeld lichte verstandelijke beperking) wel voortkomen uit bewuste keuzes, hoewel deze nog steeds sterk beïnvloed worden door emoties, frustraties, of sociale onbegrip.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de-escalerend werken​?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De-escaleren 
De-escaleren is eigenlijk niet meer dan: “zeggen van de juiste dingen op het juiste moment”. Of anders geformuleerd: zo optreden dat de angel uit het conflict wordt gehaald. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn signalen die kunnen wijzen op oplopende spanning?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Signalen
Verhoogde Hartslag en Ademhaling

Lichaamstaal
Verhoogde Stemtoon
Verhoogde Irritatie
Verhoogde Herhaling
Ontoegankelijkheid 
Toegenomen Agitatie
Defensieve Reacties
Verminderde Concentratie
Gebruik van Negatieve Taal








Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verloop van agressie opbouw 
Fase 1 ontspannen
In deze situatie vertoont je cliënt zijn voor jou
bekende gedrag. Je cliënt is goed aanspreekbaar.
Reacties zijn logisch en rationeel en enigszins
voorspelbaar
 


Fase 2 beginnende onrust
Fase 3 onrust komt naar buiten 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 2 beginnende onrust 
Je cliënt raakt uit zijn gewone doen. 
Hij gaat bijvoorbeeld kettingroken, krijgt starende blik
of vertoont tics. 
Als je de cliënt aanspreekt kan deze overprikkeld en geïrriteerd reageren, zonder nadrukkelijke aanleiding. 
Je ervaart een soort vijandige grondstemming.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 3 onrust komt naar buiten
Het gedrag is wat wisselend. 
De cliënt gaat luider spreken, heen en weer lopen, hij
laat je je zin niet afmaken. 
De cliënt is nog wel aanspreekbaar maar er is sprake van verminderde zelfcontrole

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 4 
De emoties zijn inmiddels hoog opgelopen.                                                                      In deze fase kan de cliënt gaan schelden, met de vuist op tafel                        slaan e.d. 
Er is een groot risico dat dit gedrag verder escaleert ook fysiek geweld. 
De cliënt is steeds minder aanspreekbaar. 
Het vraagt veel vaardigheid en oefening om op dit gedrag te reageren.
Het is nu zaak aan je eigen veiligheid te denken.
 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 5 Agressie


De cliënt escaleert , kan fysiek worden of agressie richten op spullen. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 6 Afbouw
De cliënt keert geleidelijk weer terug naar
zijn normale gedrag. Blijf alert.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen bij de-escalerend werken​


  1. Maak contact.​​
  2.  Grenzen stellen
  3.  Consequenties aangeven.​​
  4.  Zoek opnieuw toenadering met zorgvrager of beëindig het gesprek





Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen als een situatie dreigt te escaleren?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Adviezen
  • Zorg voor een time-out.​
  • Blijf kalm, word zelf niet boos en spreek met rustige stem.​
  • Ga niet inhoudelijk in op de oorzaak van de woede-uitbarsting. 
  • Stel grenzen aan het agressieve gedrag van de zorgvrager.​
  • Voorkom dat de zorgvrager zichzelf, een ander of jou verwondt.​
  • Vraag hulp van collega's indien nodig.​
  • Zorg voor andere manieren waarop de zorgvrager zijn opgekropte woede kan uiten, bijvoorbeeld boksen.​
  • Toon begrip en luister actief als de zorgvrager na de woedeaanval zijn emoties wil uiten. Achter een woedeaanval kunnen veel andere emoties schuilgaan.







Slide 34 - Tekstslide

Zorg, indien mogelijk, voordat de zorgvrager in woede uitbarst, voor een time-out.​
Blijf kalm, word zelf niet boos en spreek met rustige stem.​
Ga niet inhoudelijk in op de oorzaak van de woede-uitbarsting. Doe dit pas als de zorgvrager gekalmeerd is.​
Stel grenzen aan het agressieve gedrag van de zorgvrager.​
Voorkom dat de zorgvrager zichzelf, een ander of jou verwondt.​
Vraag hulp van collega's en beveiliging, indien nodig.​
Zorg voor andere manieren waarop de zorgvrager zijn opgekropte woede kan uiten, bijvoorbeeld boksen.​
Toon begrip en luister actief als de zorgvrager na de woedeaanval zijn emoties wil uiten. Achter een woedeaanval kunnen veel andere emoties schuilgaan.
 Methode 1 De-escalatie door verbale communicatie            (fase 2 /3) 
LHES     
staat voor 
Luisteren 
Herhaal de boodschap van de ander
Toon empathie
Stel een vraag 



Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Methode 2 een keuze geven   (fase 2 /3) 
Mensen vinden het fijn om te kiezen           
Het moet jou niet uitmaken wat hij kiest 
Breng het niet over als een (onderliggende) bedreiging maar vriendelijk en helpend
je dwingt de ander om na te denken over een oplossing 
Je denk om te denken  in oplossingen in plaats van problemen 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Methode 2 een keuze geven  (fase 2 /3) 

We gaan oefenen met 3 tallen (1 observator )

Casus :
Client is grof in taalgebruik tegen je , je wilt dat dit stopt

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

methode 3 een spiegel tonen fase 3/4 
Niet iedereen heeft het door dat hij agressief is 
Laat weten hoe het gedrag op je over komt.

Benoem eerst het gedrag bijvoorbeeld: 
"je schreeuwt tegen mij". (die dit zo neutraal mogelijk)
Geef hierna  aan wat het effect is op jou 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

methode 3 een spiegel tonen fase 3/4 
We gaan oefenen met 3 tallen (1 observator )

iemand is erg dreigend naar jou toe , hij maakt je eigenlijk wel een beetje bang 
1- benoem het gedrag 
2- vertel wat het met je doet

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de-escalatie door verbale communicatie  
3 methoden 

1 Actief luisteren (LHES)
2 Keuze (stukje regie) geven
3 Spiegel tonen

weglopen is altijd een optie (maar hou de ander in de gaten) 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ingrijpen in 4 stappen  Client is niet te stoppen 
Stap 1:  Grens aangeven 
Stap 2: Nogmaals maar nu heel indringend 
Stap 3: Consequenties aangeven. ...
Stap 4: Doen wat je hebt aangegeven in stap 3 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Commanderen (cliënt is niet meer te kalmeren, dreigt je aan te  vallen  ) 
(Schreeuw)  dat de ander ander onmiddellijk moet stoppen , noem zijn naam 
Doel : 
Client  afschrikken
Omgeving alarmeren
Jezelf voorbereiden op zelfbescherming

door te schreeuwen bezorg je jezelf een psychologisch voordeel 
Als jij “STOP ACHTERUIT” schreeuwt en de ander loopt nog steeds op je af, dan is het gevecht eigenlijk al begonnen. Wacht in dit geval niet af totdat de ander je aanvalt, maar ren meteen weg, of sla meteen toe.





Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leren de-escaleren
Waar moet je op letten:

• Geef ruimte, ga niet te dicht op iemand staan
• Spreek op krachtige toon, vanuit de onderbuik, niet met stemverheffing
• Spreek in rustig tempo, spreek niet te snel
• Spreek begrijpelijk, in korte zinnen
• Ga niet frontaal, maar bijvoorbeeld schuin voor iemand staan
• Laat je armen niet naast je lichaam afhangen, praat met je handen.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bedankt
en
tot volgende
week!

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies