t3 bs1: Organen en weefsels

Thema 3: Organen en cellen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: Organen en cellen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les

  • doelen
  • uitleg basisstof 1
  • aan de slag
  • oefenvragen
  • afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Je kent de organen van het torso
  • je kunt in de bouw van een organisme organen, orgaanstelsels, cellen en weefsels onderscheiden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Torso met organen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
De bouw van een organisme organen, organenstelsels, cellen en weefsels onderscheiden en benoemen.

 Orgaandonatie beschrijven.

 In een afbeelding van een torso en van een dwarsdoorsnede van de romp van een mens de organen noemen.

 In afbeeldingen van organenstelsel de belangrijkste organen benoemen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bs1 Organen en weefsels
Donor: iemand die een orgaan of weefsel beschikbaar stelt

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou jij je organen afstaan als je overlijdt?
A
Ja
B
Nee
C
Sommige organen wel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bs1 Organen en weefsels
Organisme=een levend wezen

Organenstelsel=groep samenwerkende organen die gezamenlijk een functie hebben.

Orgaan=deel van een organisme met een of meer functies.

Cellen= bouwsteen van het lichaam 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bs1 Organen en weefsels
Organenstelsel: Een groep organen die smenwerken aan één bepaalde taak. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orgaanstelsels

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bs1 Organen en weefsels
Cellen: bouwsteen van lichaam 
  • erg klein --> allen te zien onder microscoop
  • verschillende vormen --> verschillende functies 

Slide 11 - Tekstslide

foto 1: Darm 
foto 2: Buikvlies
foto 3: Bloedcel 
foto 4: Zenuwcel
bs1 Organen en weefsels

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
zelfstandig werken
  • thema 2 Basisstof 1
  • Maken 1 t/m 9
timer
0:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


nr. 5
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Alle cellen in je lichaam hebben dezelfde vorm
A
ja
B
nee
C
dat verschilt per persoon
D
bij een mens wel, bij een dier niet

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel bestaat uit:
A
bloedvaten, de hersenen, het ruggenmerg
B
bloedvaten, de wervelkolom, zenuwen
C
de wervelkolom, de hersenen, het ruggenmerg
D
zenuwen, de hersenen, het ruggenmerg

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk organenstelsel zorgt voor de vertering van je eten?
A
Het bloedvatenstelsel
B
De maag en de lever
C
Het verteringsstelsel
D
Het zenuwstelsel

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de huid
A
is een orgaan
B
is GEEN orgaan
C
is onderdeel van het bloedvatenstelsel
D
verteert je voedsel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de delen van het organisme is een orgaan
A
een blad van een boom
B
een spiercel van een mens
C
het zenuwstelsel van een mens
D
het bottenstelsel van een mens

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De dunne- en dikke darm, de maag en de lever werken samen in het:
A
beenderenstelsel
B
zenuwstelsel
C
spierstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De huid is een voorbeeld van:
A
een orgaan
B
een cel
C
een organisme
D
een organenstelsel

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


nr. 10
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies