In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Kletspraat
Wat ga jij dit schooljaar anders doen dan vorig jaar?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Waarom moet je als zelfstandig medewerker dierverzorging iets weten over diergeneesmiddelen?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Diergeneesmiddelen
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
Een stof is pas een diergeneesmiddel als het één of meerdere specifieke doelen heeft. Benoem deze doelen.
Slide 11 - Open vraag
Leg uit hoe je kan zien dat een stof een officieel diergeneesmiddel is.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Voordat een diergeneesmiddel een registratienummer krijgt, wordt het diergeneesmiddel onderzocht met behulp van proefdierkundig onderzoek. Wat wordt hierbij onderzocht?
Slide 15 - Open vraag
Je werkt in een dierenwinkel. Een klant brengt een ontwormingsmiddel dat pas op de markt is, terug naar de winkel. Volgens de klant veroorzaakt het middel braken. Waar kan je de bijwerkingen van dit medicijn melden?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het registratienummer van dit diergeneesmiddel?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Niet alle diergeneesmiddelen mogen in een dierenwinkel worden verkocht. Welke kanalisatiestatus geeft aan dat het diergeneesmiddel in een dierenwinkel mag worden verkocht?
A
VRIJ
B
URA
C
UDA
D
UDD
Slide 20 - Quizvraag
Een dierverzorger mag in opdracht van een dierenarts veel diergeneesmiddelen aan dieren toedienen. Welke kanalisatiestatus geeft echter aan dat diergeneesmiddel niet door een dierverzorger mag worden toegediend?
A
VRIJ
B
URA
C
UDA
D
UDD
Slide 21 - Quizvraag
Onder bepaalde voorwaarden mag een veehouder sommige diergeneesmiddelen zelf toedienen aan zijn dieren. Welke kanalisatiestatus hebben dit soort diergeneesmiddelen?
A
URA
B
UDA
C
UDAV
D
UDD
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de kanalisatiestatus van dit diergeneesmiddel?
A
VRIJ
B
URA
C
UDA
D
UDD
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Leg uit hoe je een homeopathisch diergeneesmiddel kan onderscheiden van een regulier diergeneesmiddel.
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Leg uit hoe je een illegaal diergeneesmiddel kan onderscheiden van een legaal diergeneesmiddel.
Slide 27 - Open vraag
De verkoop en het gebruik van illegale diergeneesmiddelen wordt door de NvWA bestreden vanwege de risico's die hieraan verbonden zijn. Noem enkele risico's die verbonden zijn aan het gebruik van illegale diergeneesmiddelen.