Tenslotte de blikjesproef (6.5, blz 96-97)
Bereken Ez = m.g.h
m=massa (wegen dus) g= 9,81 N/kg h = hoogte (m)
Bereken dus voor elke hoogte de Ez en zet die uit tegen de gemiddelde vervorming van de blikjes (hoeveel is het blikje korter geworden, 5x herhaald, neem het gemiddelde)
Maak dus een mooie grafiek (nadat je eerst alle resultaten in een nette tabel hebt gezet, natuurlijk).
Probeer de vervormingsconstante cv te bepalen. En kun je iets over E0 zeggen? Gebruik je grafiek!