Omtrek figuur

Wat is omtrek
Doel:
Ik weet wat ik moet doen als ik de omtrek moet uitrekenen.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat is omtrek
Doel:
Ik weet wat ik moet doen als ik de omtrek moet uitrekenen.

Slide 1 - Tekstslide

Het woord omtrek zegt eigenlijk al wat het is.
Je gaat om het figuur heen meten.
Bijvoorbeeld de omtrek van een boom.

Slide 2 - Tekstslide

Omtrek uitleg

De omtrek is de afmeting eromheen.
De omtrek is belangrijk om te weten als je bijvoorbeeld een hek rondom je tuin wilt of als je prikkeldraad wilt langs je huis.

Je berekend de omtrek door alle zijdes bij elkaar op te tellen

Vergeet niet de berekening en de eenheid (cm, m, ...) er bij te zetten

Slide 3 - Tekstslide

De omtrek uitrekenen

De omtrek uitrekenen doe je op verschillende manieren.
Het ligt aan het figuur waarvan je de oppervlakte wilt berekenen.
In deze les gaat het over figuren met aleen maar rechte zijden

We beginnen met de rechthoek



Slide 4 - Tekstslide

Omtrek tuin:

Omtrek = lengte + breedte + lengte + breedte
                = 20 +15 + 20 +15
                = 70 meter
                               of
Omtrek = 2 x lengte + 2 x breedte
                = 2 x 20 + 2 x 15
                = 70 meter
                             of
Omtrek = 2 x (lengte + breedte)
                = 2 x (20 + 15)
                = 2 x 35
                = 70 meter
Je mag natuurlijk ook de
letters l en b gebruiken in plaats van lengte en breedte

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn ook andere figuren:
 
Driehoek:
omtrek driehoek = 4 + 3 + 4
                                = 15 cm

Een vierhoek:
(Ik begin bij A)
omtrek figuur ABCD  = 3 + 4 + 5 + 2 
                                        = 15 cm

Slide 6 - Tekstslide

O


Bekijk nu nog de video die hierna komt

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Bereken de omtrek.
Schrijf je berekening op!

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide