B2 Bloedsomloop

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-PO
-MDT ; vrijdag deadline
-Volgende week pw thema 2

Herhaling 3.1
Doornemen 3.2

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de functie van rode bloedcellen?
A
Ziekteverwekkers onschadelijk maken
B
Zuurstof transporteren
C
Bloed laten stollen
D
Voedingsstoffen transporteren

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van witte bloedcellen?
A
Ziekteverwekkers onschadelijk maken
B
Zuurstof transporteren
C
Bloed laten stollen
D
Voedingsstoffen transporteren

Slide 4 - Quizvraag

Waarom kunnen witte bloedcellen ook buiten je bloedvaten terecht komen?
A
Ze zijn heel klein
B
Ze hebben geen celkern
C
Ze hebben geen vaste vorm

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel 3.2
Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 7 - Tekstslide

Lees 3.2 door op blz 166 t/m 170  
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Bloedvatenstelsel
=Hart + bloedvaten

Bloedsomloop = 
Weg die bloed aflegt

Wat betekent rood of blauw?

Slide 10 - Tekstslide

3 typen bloedvaten

Slide 11 - Tekstslide

Slagaders
-van het hart weg
-hoge bloeddruk
-dikke gespierde wand

Alle slagaders vervoeren zuurstofrijk bloed, behalve de longslagader


Slide 12 - Tekstslide

Haarvaten
-één cellaag dik
-uitwisseling van stoffen
(bv zuurstof, koolstofdioxide en voedingsstoffen)

Slide 13 - Tekstslide

Aders
-stromen weg van een orgaan
-lage bloeddruk
-dunnere wand

Alle aders vervoeren zuurstofarm bloed, behalve de longader

Slide 14 - Tekstslide

Aders
Hebben kleppen ;
hierdoor kan het bloed maar in één richting stromen

Slide 15 - Tekstslide

Welk type bloedvat heeft de dikste wand?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 16 - Quizvraag

De namen...
Naar orgaan toe? ; ...slagader
Van orgaan weg? ; ...ader

Uitzonderingen:
-Bovenste/onderste holle ader
-Poortader

Slide 17 - Tekstslide

Hoe heet het bloedvat dat de lever van zuurstof voorziet?
A
Poortader
B
Leverslagader
C
Leverader

Slide 18 - Quizvraag

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop :
Hart -> Longen -> Hart

Grote bloedsomloop:
Hart -> Alle organen -> Hart

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de hoeveelheid zuurstof in het bloed tijdens de kleine bloedsomloop?
A
Dit neemt toe
B
Dit neemt af
C
Dit blijft gelijk

Slide 22 - Quizvraag

Beheers je dit leerdoel?
Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

Ja
Mwa
Nee

Slide 23 - Poll

Beheers je dit leerdoel?
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.

Ja
Mwa
Nee

Slide 24 - Poll

Beheers je dit leerdoel?
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Ja
Mwa
Nee

Slide 25 - Poll

Aan de slag:
Opdrachten 3.2.
PO.
Leren voor de toets.


Volgende week proefwerk thema 2 (ook extra stof!)

Slide 26 - Tekstslide