week 40 les 2 el tiempo + gerundio

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Buenos días

Hoy es ....... el 1 de ..........

¿Qué vamos a hacer?

• corregir los deberes
• Gerundio
  

2.13 en 2.14

Gerundio

Om te vertellen wat je op dit moment aan het doen bent of wat er aan de gang is gebruik je de gerundio. 

 + gerundio vorm. 

ESTAR

estoy estás está estamos estáis están

estoy

estás

está

estamos

estáis

están

hablar   --> hablando

comer   --> comiendo

escribir  --> escribiendo

Ik ben aan het luisteren.

Hij is aan het voetballen.

Zij zijn aan het praten. 

Estoy escuchando.

Está jugando al fútbol.

Están hablando.

onregelmatige vormen van de gerundio

decir

dormir

ir

venir

morir

leer

pedir

creer

diciendo

durmiendo

yendo

viniendo

muriendo

leyendo

pidiendo

creyendo

Plaats van persoonlijk vnw.

• Voor de persoonsvorm (vorm van estar)

                    Me estoy duchando.

• Achter de gerundiovorm vast geschreven.

                    Estoy duchándome.

Describe en gerundio

Even alles op een rij:

In dit hoofdstuk heb je 3 constucties geleerd:

• Wat je gaat doen.

• Wat je moet doen. 

• Wat je aan het doen bent. 

ir + a + infinitief

tener + que + infinitief

estar + -ando/-iendo

Dat ziet er dan zo uit:

• Mañana voy a estudiar.
• Esta tarde tengo que estudiar. 
• En este momento estoy estudiando.

• Morgen ga ik studeren.
• Vanmiddag moet ik studeren.
• Op dit moment ben ik aan het studeren. 

Beschrijf wat de personen op het plaatje aan het doen zijn. 

Deberes

Voor maandag 7 oktober: leren gerundio, afmaken opdracht gerundio (LessonUP)

Voor dinsdag 8 oktober: leren gerundio.

Schrijf een kort verhaaltje waarin je schrijft:

1. Wat je nu aan het doen bent.
2. Wat je nog moet doen. 
3. Wat je het komend weekend (próximo fin de semana) gaat doen