H6 §4b Is meer productie goed?

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Rekenvraag:
Een pak kaarsen kost bij de Hema €3,99.
Hetzelfde pak kaarsen kost bij Blokker €4,19
Hoeveel % zijn de kaarsen bij de Hema goedkoper?

Slide 2 - Open vraag

H6 §4a Meer of minder productie?

Slide 3 - Tekstslide


Terugblik:
De vorige les hebben we het gehad over:
  • de productiecapaciteit en en arbeidproductiviteit

Slide 4 - Tekstslide

Gaat de productiecapaciteit omhoog of omlaag?

In een autofabriek wordt een machine verkocht
A
omhoog
B
omlaag

Slide 5 - Quizvraag

Gaat de productiecapaciteit omhoog of omlaag?

Omdat van de veertig medewerkers er 5 met pensioen gaan, worden 8 nieuwe mensen aangenomen
A
omhoog
B
omlaag

Slide 6 - Quizvraag

Rolf heeft een rijschool. Hij werkt zelf vijftig uur per week.
Hij heeft twee instructeurs in dienst die allebei parttime werken.
Steeds meer klanten willen rijles nemen bij Rolf rijschool.

Rolf kan maatregelen nemen om meer rijlessen te kunnen geven.
Welke hoort daar NIET bij?
A
Vragen of de instructeurs meer willen gaan werken
B
nog een instructeur in dienst nemen
C
een extra lesauto kopen
D
meer reclame maken

Slide 7 - Quizvraag


Lesdoel:
Ik weet:
  • hoe ik de arbeidsproductiviteit kan berekenen
  • hoe bedrijven maatschappelijk verantwoord kunnen ondernemen

Slide 8 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit berekenen

  • De arbeidsproductiviteit bereken je altijd per persoon. 
  • De periode kan verschillen. Bijvoorbeeld per jaar, per week, per dag of per uur. 


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Arbeidsproductiviteit berekenen
Arbeidsproductiviteit per periode 
= totale productie per periode ÷ aantal werknemers

Voorbeeld:
Een kledingfabriek produceert 96.000 T-shirts per week. 
De zestien werknemers werken vijf dagen per week.
De productie per dag is 96.000 ÷ 5 = 19.200 T-shirts.
De arbeidsproductiviteit per dag is 19.200 ÷ 16 = 1.200 T-shirts.

Slide 11 - Tekstslide

Maak opdracht 
8 & 9
(174-175)


timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Rekening houden met mens en milieu

Productie heeft gevolgen voor de samenleving. 
  • Als dat positieve gevolgen zijn, spreek je van maatschappelijke opbrengsten. Bijvoorbeeld meer banen of nieuwe producten waar je blij van wordt. 
  • Productie kan voor de samenleving ook negatieve gevolgen hebben. Die noem je maatschappelijke kosten. Denk hierbij aan milieuschade zoals meer CO2 in de lucht, geluidshinder of stankoverlast.



Slide 13 - Tekstslide

Bekijk deze afbeelding:

Slide 14 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van schade door laag overvliegende vliegtuigen:

Slide 15 - Woordweb

De bewoners mogen op kosten van de gemeente hun huizen isoleren.

Zijn dit bedrijfskosten of maatschappelijke kosten?
A
bedrijfskosten
B
maatschappelijke kosten

Slide 16 - Quizvraag

maatschappelijk verantwoord ondernemen

De overheid wil het liefst dat de vervuiler betaalt. Dan komen de kosten voor rekening van het bedrijf. 

Nog beter is dat bedrijven milieuschade voorkomen. Daarom gaan steeds meer bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zij houden dan bij hun productie rekening met de gevolgen voor mens en milieu.

Slide 17 - Tekstslide

Maak opdracht 
10
(175)


timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Als machines niet worden gebruikt of als er niet genoeg werk is voor iedereen, dan heet dat: onderbezetting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Hogere arbeidsproductiviteit


Bedrijven streven naar een hoge arbeidsproductiviteit. 
De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  1. technologische ontwikkelingen: bijvoorbeeld in de vorm van mechanisatie en automatisering.
  2. arbeidsverdeling of specialisatie: de werkzaamheden worden zo verdeeld, dat iedereen doet waar hij of zij goed in is.
  3. scholing: door bijvoorbeeld cursussen kun je het werk beter en sneller doen.
  4. prestatieloon: je krijgt als afdeling of werknemer een bonus als je een bepaalde productie hebt behaald.
  5. verbeteren van de arbeidsomstandigheden en de werksfeer.


Slide 20 - Tekstslide

Welk gevolg hebben mechanisatie en automatisering voor de werkgelegenheid?

Als gevolg van mechanisatie en automatisering...
A
..komt er meer werk voor ongeschoolde werknemers.
B
..komt er meer werk voor deskundig personeel dat machines en computers kan bedienen.
C
..produceren bedrijven minder en hebben daarom minder personeel nodig.

Slide 21 - Quizvraag

Een fietsenfabriek produceert per jaar 132.000 e-bikes. De fabriek heeft 128 werknemers in dienst. 
De medewerkers werken 40 uur per week. 
De fietsenfabriek investeert in automatisering voor het magazijn. 
Het aantal werknemers daalt daardoor naar 120.

Slide 22 - Tekstslide

Hoeveel stijgt de arbeidsproductiviteit per week?

Rond je antwoord af op twee decimalen.

Slide 23 - Open vraag

Samenvatting:
Het maximale aantal producten dat een bedrijf kan maken, is de productiecapaciteit.
Die hangt af van het aantal werknemers dat bij het bedrijf werkt, het aantal werkuren en kapitaalgoederen zoals machines. 
Als het bedrijf meer werk aankan, is er onderbezetting. Als er te veel werk is, dan is er overbezetting
De productie van een werknemer in een bepaalde tijd noem je de arbeidsproductiviteit
Je kunt deze productie vergroten door verschillende maatregelen, waaronder specialisatie of arbeidsverdeling.
Meer productie heeft voordelen voor de samenleving. Je noemt dat maatschappelijke
opbrengsten. Door maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) proberen bedrijven rekening te houden met mens en milieu.

Slide 24 - Tekstslide


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Wat heb je vandaag geleerd dat je nog niet wist?
  3. Wat ik nog wil vragen is?


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide