jodendom - christendom - islam

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
LEFMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video







Ons universum ongeveer 17,2 miljard jaar geleden

Slide 3 - Tekstslide







                                                                            Adelaarsnevel 1995

Slide 4 - Tekstslide






                                                                                              Adelaarsnevel 
                                                                                              vanaf de aarde

Slide 5 - Tekstslide



                                                                                                 Pillars of Creation 
                                                                               (Pijlers van de Schepping)                                                                                              1995 - 7000 lichtjaar

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

jodendom, christendom en islam
les 1 - jodendom
les 2 - jodendom
les 3 - christendom
les 4 - christendom
les 5 - islam
les 6 - herhaling/inhaal
les 7 - toets
Abrahamitische godsdiensten
Heilige Boeken
Gebedshuizen
Rituelen en feesten
Monotheïsme
Polytheïsme
Exodus
Nomadenstam
Sekte

Slide 8 - Tekstslide

jodendom


christendom


islam

Slide 9 - Tekstslide

jodendom, christendom en islam
les 1 - jodendom
les 2 - jodendom
les 3 - christendom
les 4 - christendom
les 5 - islam
les 6 - herhaling/inhaal
les 7 - toets
Abrahamitische godsdiensten
Heilige Boeken
Gebedshuizen
Rituelen en feesten
Monotheïsme
Polytheïsme
Exodus
Nomadenstam
Sekte

Slide 10 - Tekstslide

Inleiding
Religie = godsdienst

Iemand die godsdienstig is 
Noemen wij daarom een 
religieus of gelovig persoon
Atheïst = iemand die zeker weet dat God niet bestaat.

Agnost = twijfelt, het kan dat er een God is, maar het kan ook van niet.

Slide 11 - Tekstslide

De schepping

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Abrahamitsche godsdiensten of geloven van het Boek
Monotheïsme
Mono = één
Theos = God
Monotheïsme =
Een godsdienst met 
één God.
Polytheïsme
Poly = veel
Theos = God
Polytheïsme =
Een godsdienst met 
meerdere/veel goden.

Slide 14 - Tekstslide

Abrahamitische godsdiensten
Er is één persoon in zowel het jodendom, christendom als islam die heel belangrijk is. Dit is Abraham. Hij sluit een verbond, een contract zouden we nu zeggen, met God. Als hij luistert naar God, en doet wat Hij zegt, zal God hem belonen met een groot volk. Voor zowel joden, christenen als moslims geldt dat zij zeggen dat zij dit volk zijn. Omdat alle drie een eigen Heilig Boek hebben wordt er ook wel gesproken over de drie geloven van het Boek. 
In tijd volgen ze elkaar op en komen deels voort uit elkaar. Hierbij is het jodendom het oudste gevolgd door het christendom. De islam is de jongste van de drie. Hoe dit precies zit leer je in de komende lessen.

Slide 15 - Tekstslide

jodendom
Het doel van deze les
Aan het einde van deze les kun je:
- uitleggen hoe het jodendom is ontstaan
- welke overeenkomsten en verschillen er zijn met het christendom

Slide 16 - Tekstslide

jodendom
Er zijn al meteen dan een paar zaken die opvallen. 
Zo hebben joden:
  • maar één G'd en niet vele goden zoals andere volkeren
  • deze G'd kun je niet zien -is zo heilig dat je hem niet mag afbeelden noch zijn naam noemen - Jahwe of Elohim
  • als je gelooft in deze G'd, joods bent en je aan Zijn wetten en leefregels houdt kun je als je dood gaat, na dit leven eeuwig verder leven

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Geschiedenis jodendom
De meeste volkeren rond 3000 v. Chr. geloven in meerdere natuurgoden. Denk maar aan de Egyptenaren die zon vereerden of de Grieken en Romeinen waarvan de goden op mensen leken. Hier in Nederland worden rond deze tijd de hunebedden. 

Joden zijn dus bijzonder in hun opvatting dat er maar één God is. Een God waarvan je geen beelden mag maken van deze God en Hem niet kunt zienaar ook dat het niet draait om dit leven, maar om het leven wat volgt als je dood bent, zijn allemaal ideeën die alleen de joden hebben

Slide 19 - Tekstslide

Geschiedenis jodendom
De geschiedenis van het joodse volk is er een van grote hoogtes en diepe dalen. Dit begint rond het jaar 3000 v. chr. Dit moet ongeveer het begin zijn waar dit verhaal begint. 
In Mesopotamië, het land tussen de rivieren, ook wel gebied van de halve maan genoemd ligt een gebied wat volgens de Heilige Boeken wordt omschreven als de Hof van Eden. Beter bekend bij ons als het paradijs. Dit moet zijn geweest in het huidige Irak. De rivieren Eufraat en Tichris die genoemd worden liggen daar nog steeds.

Slide 20 - Tekstslide

Begrippen 
mono = één
poly = veel
Theo = God

monotheïsme = godsdienst met één God
polytheïsme = godsdienst met veel goden
nomadenstammen = rondtrekkende volkeren

Slide 21 - Tekstslide

De synagoge
https://schooltv.nl/video/de-synagoge-het-gebedshuis-van-joden/#q=synagoge

Slide 22 - Tekstslide

Begrippen jodendom
Heilig Boek - Tenach
Gebedshuis - synagoge
Heilige Dag - zaterdag (sabbat)
Heilig Teken - 

voorganger - rabbijn
bijz: geen varkensvlees                      een orthodoxe joodse jongen

Slide 23 - Tekstslide

De klaagmuur 
Tot twee keer toe bouwen de joden een tempel in Jeruzalem. beide tempels worden verwoest. De laatste in 70 n. Chr. vanaf dit moment verspreiden joden zich over de wereld. Op dit moment wonen er alleen in Amerika al meer joden dan in Israël. Na de WOII komen joden terug naar Israël. In 1948 wordt er een eigen joodse staat uitgeroepen. Na een paar dagen ontstaat er oorlog met de Palestijnen die tot vandaag voortduurt.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide
















Verovering en vernietiging van Jeruzalem door de Romeinen

Slide 27 - Tekstslide

Vragen bij jodendom
1. Hoe kun je het woord monotheïsme omschrijven?
2. Noem drie voorbeelden van een godsdienst die monotheïstisch is.
3. Als je weet dat 'poly' veel betekent, wat zou een polytheïsme dan kunnen zijn?
4. Geef eens een voorbeeld?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

jodendom 
Het jodendom kent de volgende belangrijke geloofspunten:
- Eén god
- Het verbond en de naleving van de wet
- Het geloof in een Messias
Verbond
God heeft met de joden een verbond gesloten. Dit verbond wordt steeds vernieuwd. Op basis hiervan beschouwen de joden zich als het uitverkoren volk van God. In de Thora kunnen joden lezen welke bedoeling God met hen heeft. 
Verlosser
Joden geloven in de komst van een verlosser (een Messias) die het Rijk van God zal brengen. Volgens sommige joden is dit een ideale samenleving hier op aarde, waar ook mensen een bijdrage aan kunnen leveren. Andere joden geloven meer in een hemel: een ideale toestand ná dit leven.
Wet
Om het verbond in tact te houden, moeten joden zich houden aan de door God gegevens regels, zoals de tien geboden. Deze regels staan in de Thora. 
God
Monotheïsme wil zeggen: een godsdienst waarbij één god wordt erkend (mono= één, theos=god). Joden geloven in één God. In het jodendom wordt de naam van God niet uitgesproken. Men zegt dan: Adonai (Heer). God is eeuwig. Hij heeft geen begin en geen einde. 

Slide 33 - Tekstslide

mono = 1
poly = veel
Wie wint met monopoly is degene met het meeste geld?
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

Slide 35 - Tekstslide