T7B2

Thema 7 - Stevigheid en beweging

B2: kraakbeenweefsel en beenweefsel
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 7 - Stevigheid en beweging

B2: kraakbeenweefsel en beenweefsel

Slide 1 - Tekstslide

De leerdoelen
  • Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel benoemen.
  • Je kunt benoemen dat de hoeveelheid lijmstof in botten verandert tijdens het leven.
  • Je kunt plaatsen noemen bij volwassenen waar kraakbeen zit

Slide 2 - Tekstslide

De bouw van botten
Botten bestaan uit kalkzouten en lijmstof
  • Kalkzouten geven stevigheid/hardheid
  • Lijmstof zorgt voor de buigbaarheid

Hierdoor zijn botten stevig maar 
breken ze niet snel

Slide 3 - Tekstslide

Tussencelstof
In weefsel zit tussencelstof tussen de cellen. 

Tussencelstof bestaat uit kalkzouten en lijmstof.

Slide 4 - Tekstslide

Kraakbeenweefsel
Komt voor op plaatsen in het lichaam die stevig en toch soepel zijn, bijvoorbeeld: Neus & oorschelpen.


Bestaat uit meer lijmstof (=flexibel)

Slide 5 - Tekstslide

Beenweefsel
Door de kanaaltjes lopen bloedvaten.
Tussencelstof is hard. 

Bestaat voornamelijk uit
kalkzouten! (= stevig)

Slide 6 - Tekstslide

Waar zijn botten van gemaakt?
Plaatje 1: als alle kalk uit het botje is gehaald
                    buigt het botje




Plaatje 2: als alle lijmstof uit het botje
                     is gehaald breekt het botje

Slide 7 - Tekstslide

Kraakbeenweefsel
Kraakbeen bestaat vooral uit lijmstof. Dit geeft het kraakbeen zijn flexibiliteit.

Bot bevat minder lijmstof


Slide 8 - Tekstslide

Baby's
Hebben veel lijmstof en weinig kalk in hun botten. 

Bejaarden
Hebben veel kalk en weinig lijmstof in hun botten. 


Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
Je kunt nu de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel benoemen: 
  • botten hebben veel............ en weinig........
  • kraakbeen heeft veel....... en weinig.......
Je kunt benoemen dat de hoeveelheid lijmstof in botten verandert tijdens het leven:
  • als je jong bent heb je meer........in je botten dan als je oud bent
  • Je kunt plaatsen noem bij volwassenen waar kraakbeen zit
Kraakbeen kun je vinden op de volgende vier plaatsen: ......, ....., .... en ......

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten
Maken 7.2 opdracht 9 t/m 11

Slide 11 - Tekstslide