Opdracht 4
1, 2 en 3
Gegeven: 2, 3, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 20, 22, 23 en 25.
1 profijt voordeel – synoniem
2 omwentelingen p – revoluties; grote veranderingen
3 mobiliseren k – mensen achter zich zien te krijgen met een bepaald doel
4 overschat te hoog ingeschat – woorddelen
5 campagne strijd in de aanloop naar de verkiezingen om zoveel mogelijk stemmen te krijgen – omschrijving
6 parlementariërs volksvertegenwoordigers – synoniem
7 coalitie o – politieke samenwerking om een regering te vormen
8 oppositie n – politieke partijen die de regering niet steunen, maar heel kritisch volgen; tegenstanders
9 bewindslieden l – ministers
10 conservatief behoudend (rechts) – synoniem
11 achterban d – de groep die men vertegenwoordigt
12 socialistische b – behorend tot de politieke beweging die opkomt voor maatschappelijke gelijkheid