H3 GL6: oefenen werkwoordentoets (1)

Oefenen werkwoordentoets
In deze LessonUp gaan jullie oefenen met de werkwoorden uit jullie stencil.

- aller
- avoir
- devoir
- être
- werkwoorden op -er: travailler & parler
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Oefenen werkwoordentoets
In deze LessonUp gaan jullie oefenen met de werkwoorden uit jullie stencil.

- aller
- avoir
- devoir
- être
- werkwoorden op -er: travailler & parler

Slide 1 - Tekstslide

hebben
zijn
werken
spreken/praten
avoir
être
travailler
parler

Slide 2 - Sleepvraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
Nous avons 

Slide 3 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
elles ont été

Slide 4 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
on va

Slide 5 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
j'ai dû

Slide 6 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
il travaillera

Slide 7 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
tu parlais

Slide 8 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
vous avez eu

Slide 9 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
ils devaient

Slide 10 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
elle est allée

Slide 11 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
je travaille

Slide 12 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
vous allez

Slide 13 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
nous travaillions

Slide 14 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
elles parleront

Slide 15 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
ils avaient

Slide 16 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
il doit

Slide 17 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
elle sera

Slide 18 - Open vraag


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
on a parlé

Slide 19 - Open vraag


Traduis en français:
wij zijn geweest

Slide 20 - Open vraag


Traduis en français:
zij werken (mannelijk meervoud)

Slide 21 - Open vraag


Traduis en français:
ik heb gehad

Slide 22 - Open vraag


Traduis en français:
u werkt

Slide 23 - Open vraag


Traduis en français:
zij hebben gemoeten (vrouwelijk meervoud)

Slide 24 - Open vraag


Traduis en français:
wij moeten

Slide 25 - Open vraag


Traduis en français:
jij gaat

Slide 26 - Open vraag


Traduis en français:
men heeft gewerkt, we hebben gewerkt

Slide 27 - Open vraag


Traduis en français:
zij hebben (mannelijk meervoud)

Slide 28 - Open vraag


Traduis en français:
jij hebt gepraat

Slide 29 - Open vraag


Traduis en français:
zij moet

Slide 30 - Open vraag


Traduis en français:
hij is geweest

Slide 31 - Open vraag