Hoe zijn planten en dieren aangepast aan hun biotoop?

Natuurwetenschappen
4. Hoe zijn planten en dieren aangepast aan hun biotoop? 
(p. 24)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Natuurwetenschappen
4. Hoe zijn planten en dieren aangepast aan hun biotoop? 
(p. 24)

Slide 1 - Tekstslide

Hoe kan een plant zich aanpassen aan zijn omgeving?

Slide 2 - Woordweb

Hoe passen planten zich aan om niet uit te drogen?
A
B
C
D

Slide 3 - Quizvraag

Hoe beschermen planten zich tegen vraat?

Slide 4 - Open vraag

Hoe zorgen planten ervoor dat ze genoeg licht ontvangen?
A
B
C
Een plant past zich niet aan om voldoende licht te ontvangen.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe zorgen waterplanten ervoor dat ze voldoende licht krijgen?
A
Grote bladeren
B
Lange stengels
C
Kleine bladeren
D
Geen aanpassingen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe zorgen waterplanten ervoor dat ze voedingsstoffen binnenkrijgen?
A
Korte stengel
B
Lange stengel

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zorgen planten ervoor dat ze insecten kunnen vangen?

Slide 8 - Open vraag

Hoe kunnen planten water en mineralen opzuigen uit andere planten?
A
Doornen of stekels
B
Boor -of zuigwortel
C
kleverige haartjes

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Beschermen tegen vraat
Beschermen tegen uitdroging 
water en mineralen opvangen

Slide 11 - Sleepvraag

Oefeningen in werkboek op p. 24-26 

Slide 12 - Tekstslide

Hoe zijn dieren aangepast aan hun biotoop?

Slide 13 - Tekstslide

Waarom is camouflage voor dieren zo belangrijk?

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent natuurlijke selectie?
A
Dieren die zich goed aanpassen, overleven beter.
B
Dieren die zich niet aanpassen, overleven beter
C
Dieren die zich goed aanpassen, overleven beter. Deze aanpassingen worden overgedragen aan hun nakomelingen.

Slide 15 - Quizvraag