Woordenschat 2H/V

WOORDENSCHAT
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WOORDENSCHAT

Slide 1 - Tekstslide

Wat zou de betekenis zijn van 'bedotten' (uit de tekst)
A
namaken
B
irriteren
C
luisteren
D
voor de gek houden

Slide 2 - Quizvraag

WOORDENSCHAT
geef van de volgende woorden aan wat jij denkt dat de betekenis ervan zou zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat zou de betekenis zijn van eigenaardig (uit de tekst)?

Slide 4 - Open vraag

Wat zou de betekenis zijn van bedaard (uit de tekst)?

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent 'misplaatst'?

'Onze docent geschiedenis maakte een misplaatste opmerking over de shopverslaving van Laudrey.'
A
verkeerd opgevat
B
gemeen
C
grappig
D
ongepast

Slide 6 - Quizvraag

Wat zou de betekenis zijn van terstond (uit de tekst)?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent 'identificeren'?

Hij vindt het leuk zich te identificeren met een profvoetballer, omdat hij dat later wil worden.
A
winnen
B
als gelijk beschouwen
C
bevriend raken
D
bekijken

Slide 8 - Quizvraag

Wat zou de betekenis zijn van onomstotelijk (uit de tekst)?

Slide 9 - Open vraag

Wat zou de betekenis zijn van evident (uit de tekst)?

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent 'minutieus'?

'Ze is in ieder geval niet minutieus als ze geeneens een planning wil maken.'
A
nauwkeurig
B
aardig
C
spontaan
D
slordig

Slide 11 - Quizvraag

Wat zou de betekenis zijn van louter (uit de tekst)?

Slide 12 - Open vraag

Wat zou de betekenis zijn van geagiteerd (uit de tekst)?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent 'van mijn apropos'?

'Ik was wel even van mijn apropos gebracht toen zij hem ten huwelijk vroeg.'
A
in de war geraakt
B
voor gek verklaard
C
in spanning
D
aan het wachten op

Slide 14 - Quizvraag

Wat zou de betekenis zijn van behagen (uit de tekst)?

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent 'aanstootgevend'?

'De docent vindt de leerling aanstootgevend omdat hij nooit zijn huiswerk maakt.'
A
grappig
B
irritatie opwekkend
C
ongemotiveerd
D
slim

Slide 16 - Quizvraag

Wat zou de betekenis zijn van content (uit de tekst)?

Slide 17 - Open vraag

Waarom is het liftdeurknopje een voorbeeld van het 'placebo-effect'?
A
Het knopje werkt niet, maar als men denkt dat het werkt, dan zal hij het gevoel hebben alsof hij macht uit kan oefenen.
B
Het knopje werkt, maar als de liftmonteur denkt dat het niet werkt, heeft hij ongelijk
C
Het knopje is van bepaald materiaal gemaakt waardoor we het placebo kunnen noemen.
D
Het knopje is een nepmedicijn.

Slide 18 - Quizvraag

Noteer zo veel mogelijk woorden die je zojuist hebt geleerd.

Slide 19 - Woordweb

WOORDENLIJST
eigenaardig
terstond
bedaard
onomstotelijk
bedotten
placebo
geagiteerd
content
aanstootgevend
evident
minutieus
misplaatst
identificeren
van mijn apropos
behagen

Slide 20 - Tekstslide

OPDRACHT
Je schrijft een tekst ongeveer 500 woorden.

Je krijgt in de klas een 'wie', 'wat' en 'waar' toegereikt, van waaruit jij jouw verhaal schrijft.
Je gebruikt minimaal 10 van de 15 woorden uit de woordenlijst.

De tekst is volgende les geschreven en wordt digitaal ingeleverd via Classroom.

Samen brainstormen mag, muziek in tijdens het werken mag ook! Je overlegt alleen met je buur.



Slide 21 - Tekstslide