2223 Woordenschat les 1

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHoger onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel procent van de woorden in een tekst moet je kennen om de betekenis te begrijpen?
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat vind je van deze zin?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Na de laatste opdracht zal de docent de les afronden.
AFRONDEN
A
rond maken
B
beëindigen
C
vertalen
D
confronteren

Slide 29 - Quizvraag

Tegelijk stoer en zachtaardig zijn, lijkt een paradoxale combinatie.
PARADOXAAL
A
moeilijk
B
onverstandig
C
als een schijnbare tegenstrijdigheid
D
inefficiënt

Slide 30 - Quizvraag

Zijn pragmatische houding maakt hem geschikt voor een coachende rol in zijn bedrijf.
PRAGMATISCH
A
op gevoel gericht
B
op anderen gericht
C
op winst gericht
D
op nut en bruikbaarheid gericht

Slide 31 - Quizvraag

In het Europees parlement kan je solliciteren als simultaan vertaler.
SIMULTAAN
A
gelijktijdig
B
schriftelijk
C
vertaler van de taal Simul
D
in gebarentaal

Slide 32 - Quizvraag

Het decadente feestje was enkel voor prominente gasten uit het bedrijfsleven.
PROMINENT
A
dominant
B
vervelend
C
bekend
D
rijk

Slide 33 - Quizvraag

Het werd de docent duidelijk dat geen enkele student de essentie van de les had opgepikt.
DE ESSENTIE
A
het doel
B
de kern
C
de samenvatting
D
de intentie

Slide 34 - Quizvraag

Lang niet alle landen houden zich aan het quotum voor het vangen van tonijn.
HET QUOTUM
A
het gedragsvoorschrift
B
de afgesproken regels
C
de vastgestelde hoeveelheid
D
het aangegeven cijfer

Slide 35 - Quizvraag

In de Belgische politiek zijn linkse partijen eerder progressief.
PROGRESSIEF
A
op vooruitgang gericht
B
conservatief
C
alternatief
D
op mensen gericht

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide