Basisklas Bedrijfsadministratie hoofdstuk 7 vervolg

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van vorige week!

Slide 3 - Tekstslide

Welke sociale verzekeringen kennen wij?
A
Werknemersverzekeringen en werkgeversverz.
B
Werknemersverzekeringen en volksverz.
C
Werkgeversverzekeringen en volksverz.
D
Volksverzekeringen

Slide 4 - Quizvraag

WIA staat voor
A
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
B
Wet werken naar arbeidsvermogen
C
Wet inkomen naar arbeidsvermogen
D
Werkloosheid, inkomen en arbeidsvermogen

Slide 5 - Quizvraag

Een werknemersverzekering is bijvoorbeeld
A
AOW
B
Anw
C
WW
D
Wlz

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een pensioenverzekering

Slide 7 - Open vraag

Waar staat Zvw voor?
A
Ziekteverzekeringswet
B
Ziekte voorkomen werknemer
C
Zorg voor werknemer
D
Zorgverzekeringswet

Slide 8 - Quizvraag

AOW staat voor
A
Arbeidsongeschiktheid onder werknemers
B
Algemene ouderdomswet
C
Arbeidsongeschiktheidswet
D
Algemene ouderen wet

Slide 9 - Quizvraag

Loonheffing bestaat uit
A
werknemersverzekeringen en volksverz.
B
loonbelasting
C
loonbelasting en premies werknemersverz.
D
loonbelasting en premies volksverz.

Slide 10 - Quizvraag

Het loon dat een werknemer op zijn bankrekening krijgt bijgeschreven is
A
Nettoloon
B
Brutoloon

Slide 11 - Quizvraag

Wie betaalt de werknemersverzekeringen
A
de werknemer
B
de werkgever

Slide 12 - Quizvraag

Een voorbeeld van loon in natura is
A
Reiskostenvergoeding
B
Gebruikte kantoorartikelen
C
De met gereedschap ingepakte bus
D
De auto van de zaak

Slide 13 - Quizvraag

Welke vergoeding behoort niet tot het brutoloon
A
Reiskosten
B
Vakantietoeslag
C
Provisie
D
Overwerk

Slide 14 - Quizvraag

Bespreken opgaven
124 t/m 129

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

BTW

Slide 18 - Woordweb

BTW of omzetbelasting
BTW wordt door bedrijven in rekening gebracht voor goederen of diensten. Het is een verbruiksbelasting en wordt betaald door de klant in plaats van door het bedrijf dat de goederen verkoopt.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe vind je het gebruik van LessonUp?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Weektaak 4
Lezen hoofdstuk 7 en maken opdracht 130 t/m 132
Lezen hoofdstuk 8, paragraaf 8.1 en maken opdracht 133

Slide 21 - Tekstslide