Leerdoel 1 Je kunt op een passende manier een gesprek openen.
Je kunt op een passende manier het gesprek afsluiten
Leerdoel 2
Je kunt jezelf voorstellen en wat over jezelf vertellen.
Je kunt vertellen welke vakken jij op school hebt.
Je kunt vertellen over de studie die jij hierna wilt gaan volgen.
Leerdoel 3
Je kunt je mening geven over jouw schoolvakken. Welke zijn leuk en welke minder?
Je kunt vragen terugstellen en interesse tonen.
Je kunt "compensatie-strategieën" toepassen.