H4 BSM Bewegen & Gezondheid les 1 definitief

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSMMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Gezonde leefstijl

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de beweegrichtlijn voor jongeren tot 18 jaar?
A
Elke dag minimaal half uur intensief bewegen en 2x per week sporten
B
Elke dag minimaal 1 uur intensief bewegen en 2x per week sporten
C
Elke dag mininmaal 1 uur intensief bewegen en 3x per week sporten
D
Elke dag minimaal half uur intensief bewegen en 4x per week sporten

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Uit hoeveel fases bestaat een warming-up?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 7 - Quizvraag

De warming-up heeft veel effecten, maar wat gebeurt niet bij een warming-up?
A
De hartslagfrequentie neemt toe
B
De smering (viscositeit) van de gewrichten verloopt beter
C
De temperatuur in de spieren neemt toe tot 38-39 graden
D
Er gaat meer bloed naar de hersenen

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een cooling-down?
A
De intensiteit neemt af
B
De intensiteit neemt toe
C
De intensiteit blijft gelijk

Slide 9 - Quizvraag

Waar bestaat een passieve cooling-down uit?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Gezonde voeding is voor iedereen hetzelfde?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Waar bestaat de Schijf van Vijf uit?
A
5 verschillende dranken
B
5 verschillende eetproducten
C
5 vakken met verschillende product groepen eten/drinken
D
5 verschillende type maaltijden

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Energieleverende stoffen

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Volgorde verbranding energieleverende stoffen, welke eerste, tweede en derde?
A
Koolhydraten, eiwitten, vetten
B
Vetten, koolhydraten, eiwitten
C
Eiwitten, koolhydraten, vetten
D
Koolhydraten, vetten, eiwitten

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Bij hoeveel procent vochtverlies treedt er prestatieverlies op?
A
1% (0,75 liter bij 75 kg lichaamsgewicht)
B
2% (1,5 liter bij 75 kg lichaamsgewicht)
C
3% (2,25 liter bij 75 kg lichaamsgewicht)
D
4% (3 liter bij 75 kg lichaamsgewicht)

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat gebeurt er als de energiebalans een positieve disbalans is?
A
Lichaamsgewicht neemt toe
B
Lichaamsgewicht blijft stabiel
C
Lichaamsgewicht neemt af

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide