H5 Woordenschat, havo 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H5 Woordenschat

Na deze les over uitdrukkingen uit de handel en scheepvaart ken je...

• uitdrukkingen die uit de handel en scheepvaart komen en
• kun je van deze uitdrukkingen de betekenis uitleggen.

Waarom moet je deze uitdrukkingen kennen?

• ze horen bij onze cultuur
• ze maken onze taal levendig

Startopdracht (blz.144)

Wat wordt op het plaatje uitgedrukt?

• onder zeil gaan
• = gaan slapen

Wat wordt op het plaatje uitgedrukt?

• tussen wal en schip vallen
• = nergens bij horen

Wat wordt op het plaatje uitgedrukt?

• zijn schepen achter zich verbranden
• =  de terugtocht voor zichzelf onmogelijk maken

Wat wordt op het plaatje uitgedrukt?

• het water loopt hem in de mond
•  = hij heeft er veel trek in

Wat wordt op het plaatje uitgedrukt?

• de wind in de zeilen hebben
•  = geluk hebben

Wat wordt op het plaatje uitgedrukt?

• iemand in de boot nemen
•  = iemand voor de gek houden

Opdracht 1 (blz.144)
Wat betekent deze uitdrukking?
"Aan het roer staan"

1. populair zijn
2. samenwerken
3. toezicht houden
4. de leiding hebben

Wat betekent deze uitdrukking?

"Bakzeil halen"

1. betalen
2. failliet gaan
3. terugkrabbelen
4. samenwerken

Vul in:
Johannes heeft een winkel met producten die goed in de... liggen.

1. prijs
2. markt
3. brug
4. fles

Wat betekent deze uitdrukking?

"Een oogje in het zeil houden"

1. samenwerken
2. toezicht houden
3. populair zijn
4. duur zijn

Wat betekent deze uitdrukking?

"In zee gaan met"

1. samenwerken
2. failliet gaan
3. populair zijn
4. duur zijn

Vul in:
Nu er twee supermarkten zijn bij gekomen, zal de dure delicatessenzaak wel snel op de... gaan.

1. brug
2. markt
3. fles
4. prijs

Wat betekent deze uitdrukking?

"Over de brug komen"

1. betalen
2. populair zijn
3. duur zijn
4. failliet gaan

Welk woord moet op de puntjes komen?
"Hoewel die coole zonnebrillen behoorlijk aan de... zijn, wil ik er toch graag een hebben."

Je kent nu...

• uitdrukkingen die uit de handel en scheepvaart komen en
• je weet van deze uitdrukkingen de betekenis.

Maak nu opdracht 3 en 5, blz.146-147. (H5 Woordenschat, Nieuw Nederlands online)

Klaar? Lees verder in je eigen leesboek.