Trede 14 Feit. mening en argument

Trede 14 Feit, mening en argument
Leerdoel:
Feiten, mening en argumenten onderscheiden in een tekst.

We beginnen met wat vragen. Zijn de volgende uitspraken een feit of een mening:
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Trede 14 Feit, mening en argument
Leerdoel:
Feiten, mening en argumenten onderscheiden in een tekst.

We beginnen met wat vragen. Zijn de volgende uitspraken een feit of een mening:

Slide 1 - Tekstslide

Er moet naast NPO 1, 2 en 3 een speciale jongerenzender komen.
A
Feit
B
Mening

Slide 2 - Quizvraag

Schaatser Thomas Krol werd in maart 2022 in het Noorse Hamar wereldkampioen op de sprint.
A
Feit
B
Mening

Slide 3 - Quizvraag

Dat ons land bij elk voetbaltoernooi oranje kleurt van de plastic troep, vind ik afschuwelijk.
A
Feit
B
Mening

Slide 4 - Quizvraag

De rotonde vlakbij onze school kan beter omgebouwd worden tot een kruispunt met stoplichten.
A
Feit
B
Mening

Slide 5 - Quizvraag

Veel kinderen vinden De brief voor de koning van Tonke Dragt het beste jeugdboek aller tijden.
A
Feit
B
Mening

Slide 6 - Quizvraag

Kikkervisjes groeien in ongeveer acht weken uit tot kikkers.
A
Feit
B
Mening

Slide 7 - Quizvraag

Trede 14 Feit, mening en argument
Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar of onwaar is:

Het Nederlands Openluchtmuseum is een museum in Arnhem.
In Amsterdam wonen 110 verschillende nationaliteiten.

Je kunt beide feiten controleren door ze op te zoeken.

Slide 8 - Tekstslide

Trede 14 Feit, mening en argument
Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt. Met een mening kun je het eens of oneens zijn. 

Een mening herken je vaak (maar niet altijd) aan signaalwoorden als ik vind, volgens mij, lijkt mij, daarom, dan ook en dus en aan formuleringen als er moet, er zou moeten en we zouden moeten.

Slide 9 - Tekstslide

Mening
Argument
Er moeten verkeersdrempels in deze straat komen,
want er wordt hier veel te snel gereden.

Slide 10 - Sleepvraag

Mening
Argument
Mick zou op basketbal moeten gaan;
daar is hij met zijn lengte van ruim twee meter namelijk erg geschikt voor. 
 Bovendien is hij erg handig met een bal.

Slide 11 - Sleepvraag

Trede 14 Feit, mening en argument
Ga zelfstandig aan de slag met de opdrachten op het werkblad.

Slide 12 - Tekstslide

Trede 14 Feit, mening en argument
Wat kun je nu?
Onderscheid maken tussen feiten, meningen en argumenten in een tekst.
Meningen en argumenten in een tekst herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Slide 13 - Tekstslide