In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
6.3 De ligging van de parabool
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Met behulp van de discriminant bepalen hoe de ligging van de parabool is tov de x-as.
Bepalen wat de waarde van een parameter is, als je weet hoe de ligging van de parabool is
Slide 2 - Tekstslide
Voorkennis testen
Slide 3 - Tekstslide
Bij de functie
de snijpunten met de x-as bereken je door…….
f(x)=ax2+bx+c
A
f(0) te berekenen
B
de discriminant te berekenen
C
f(x) = 0 op te lossen
D
geen idee
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de formule voor de discriminant (D) van de vergelijking:
ax2+bx+c=0
A
b+4ac
B
b2−4ac
C
b−4ac
D
b2+4ac
Slide 5 - Quizvraag
Bereken de discriminant van 4x²+5x+1
A
21
B
-11
C
8
D
9
Slide 6 - Quizvraag
Sleep naar de juiste plek:
D>0
D=0
D<0
Geen oplossing
Eén oplossing
Twee oplossingen
Slide 7 - Sleepvraag
Om de coördinaten van de snijpunten van de parabool
y = ax2 + bx + c met de x-as te berekenen, los je de vergelijking
ax2 + bx + c = 0 op.
Het aantal oplossingen kan twee, één of nul zijn. Dat aantal hangt af van de discriminant. Dus het aantal snijpunten van de grafiek van f met de x-as hangt af van de waarde van D.
D > 0: twee oplossingen dus de parabool heeft twee snijpunten met de x-as.
D = 0: één oplossing dus de parabool heeft één punt met de x-as gemeenschappelijk. De parabool raakt de x-as.
D < 0: geen oplossingen, dus de parabool heeft geen snijpunten met de x-as.
Slide 8 - Tekstslide
Om de coördinaten van de snijpunten van de parabool
y = ax2 + bx + c met de x-as te berekenen, los je de vergelijking
ax2 + bx + c = 0 op.
Het aantal oplossingen kan twee, één of nul zijn. Dat aantal hangt af van de discriminant.
Dus het aantal snijpunten van de grafiek van f met de x-as hangt af van de waarde van D.
D > 0: twee oplossingen dus de parabool heeft twee snijpunten met de x-as.
D = 0: één oplossing dus de parabool heeft één punt met de x-as gemeenschappelijk. De parabool raakt de x-as.
D < 0: geen oplossingen, dus de parabool heeft geen snijpunten met de x-as.
Slide 9 - Tekstslide
Om de coördinaten van de snijpunten van de parabool
y = ax2 + bx + c met de x-as te berekenen, los je de vergelijking
ax2 + bx + c = 0 op.
Het aantal oplossingen kan twee, één of nul zijn. Dat aantal hangt af van de discriminant.
Dus het aantal snijpunten van de grafiek van f met de x-as hangt af van de waarde van D.
D > 0: twee oplossingen -> twee snijpunten met de x-as.
D = 0: één oplossing -> één punt gemeenschappelijk, de parabool raakt de x-as.
D < 0: geen oplossingen, -> geen snijpunten met de x-as.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Geef in een schets de ligging aan van de parabool
ten opzichte van de x-as.
a = 2, b = –3 en c = –1
D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal dus een dalparabool
D=(−3)2−4⋅2⋅−1=17
y=2x2−3x−1
Slide 12 - Tekstslide
Geef in een schets de ligging aan van de parabool
ten opzichte van de x-as.
a = 2, b = –3 en c = –1
D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal dus een dalparabool
D=(−3)2−4⋅2⋅−1=17
y=2x2−3x−1
Slide 13 - Tekstslide
Geef in een schets de ligging aan van de parabool
ten opzichte van de x-as.
a = 2, b = –3 en c = –1
D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal dus een dalparabool
D=(−3)2−4⋅2⋅−1=17
y=2x2−3x−1
Slide 14 - Tekstslide
Geef in een schets de ligging aan van de parabool
ten opzichte van de x-as.
a = 2, b = –3 en c = –1
D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal dus een dalparabool
D=(−3)2−4⋅2⋅−1=17
y=2x2−3x−1
Slide 15 - Tekstslide
Geef in een schets de ligging aan van de parabool
ten opzichte van de x-as.
a = 2, b = –3 en c = –1
D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal dus een dalparabool