CD

le mercredi 30 novembre 2022
chapitre 2
vertellen over je vrije tijd
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

le mercredi 30 novembre 2022
chapitre 2
vertellen over je vrije tijd

Slide 1 - Tekstslide

français en classe
  • Qu'est-ce que tu fais le weekend?
  • Qu'est-ce que tu fais d'autre?

  • Je joue à la console.
  • Je fais la grasse matinée.
  • Je fais du foot. Je fais du sport.
  • Je fais mes devoirs.



Slide 2 - Tekstslide

planning aujourd'hui
- réviser grammaire D
- corriger exercices  16abcde + 17ab

Slide 3 - Tekstslide

Fais ton choix (1)
Ik ga naar het concert. Je vais ____________concert (m.ev)

1)  à la
2) au
3) à le

Slide 4 - Tekstslide

Fais ton choix (2)
Hij gaat naar de bakker.  Il va____________boulangerie (v.ev)

1)  à la
2) au
3) aux

Slide 5 - Tekstslide

Fais ton choix (3)
Zij is op school.  Elle est____________collège (m.ev)

1)  à la
2) au
3) aux

Slide 6 - Tekstslide

Fais ton choix (4)
Zij geeft snoepjes aan de leerlingen.  
Elle donne des bonbons____________élèves (m.mv)

1)  à l'
2) au
3) aux

Slide 7 - Tekstslide

exercice 16a - page 69
  • 1 au cinéma     (à + le cinéma)
  •  du cinéma      (de + le cinéma)
  • 2 aux copains (à + les copains)
  •  des copains   (de + les copains)
  • 3 au café           (à + le café)
  •  du café              (de + le café)

Slide 8 - Tekstslide

exercice 16b - page 69
On va regarder la vidéo

Slide 9 - Tekstslide

exercice 16c - page 70
  • 1 de la
  • 2 de l’
  • 3 du
  • 4 des

Slide 10 - Tekstslide

exercice 16d - page 70
  • 1 au       (= à + le centre-ville = naar het winkelcentrum)
  • 2 des   (= de + les filles = van de meisjes)
  • 3 au     (= à + le cinéma = naar de bioscoop)
  • 4 de la (de + la boulangerie = van de bakkerij)
  • 5 du      (= de + le film = van de film)
  • 6 à la    (à + la maison = naar (het) huis)

Slide 11 - Tekstslide

exercice 16e - page 70
  • 1   Ils jouent à la console.
  • 2  Ils travaillent au supermarché.
  • 3  Il est le champion du club. (de + le club = du club)

Slide 12 - Tekstslide

exercice 17ab - page 70/71
Exemples:
Le chien du chanteur va au parc.
(De hond van de zanger gaat naar het park.)

Les enfants de la famille Morel vont au match de foot.
(De kinderen van de familie Morel gaan naar de voetbalwedstrijd.)

Slide 13 - Tekstslide

planning
dinsdag        6 december: voca AB + pc + gram + oefenstencil
woensdag   14 december: toets chap 2 - partie 1 + avoir / être


Slide 14 - Tekstslide

planning
woensdag 30 november poème de Saint Nicolas.





Slide 15 - Tekstslide

 tâche
niet ingeleverd 
Ilyas
Brent (aanpassen)

Slide 16 - Tekstslide

Au boulot
Bekijk het volgende filmpje (m.b.t. de grammatica van bron B):



https://www.youtube.com/watch?v=KJdEzGabcRM&list=PLPR05eXrPi2UWtkxLSgu0UPKobEKWafqz&index=9
apprendre    voca AB
faire                 exercices 15abcd






Slide 17 - Tekstslide

dictée - voca AB - page 86
écoute et écris les phrases:
  • 1) Il faut ranger ta chambre.
  • 2) On se voit après-demain.
  • 3) Ça prend exactement une heure.
  • Alles goed geschreven? 
  • Wie heeft als eerste de 3 zinnen In goed  Nederlands vertaald?

Slide 18 - Tekstslide

dictée - voca AB - corrigé
  • 1) Il faut ranger ta chambre.
  • Je moet je kamer opruimen.
  • 2) On se voit après-demain.
  • We zien elkaar overmorgen.
  • 3) Ça prend exactement une heure.
  • Dat duurt precies een uur.

Slide 19 - Tekstslide