Herhaling thema 3

Herhaling
Thema 3 Ordening

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling
Thema 3 Ordening

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Archaea hebben geen celkern
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de bereiding van yoghurt en zuurkool worden bacteriën gebruikt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groenwieren hebben geen bladeren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Het lijkt alsof ze bladeren hebben, maar dit zijn geen echte bladeren omdat ze geen nerven hebben

De zeester in afbeelding 1 is tweezijdig symmetrisch.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel bacteriën ruimen dode resten van organismen op.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groene schimmels hebben bladgroenkorrels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De cel in afbeelding 2 is van een
organisme dat behoort tot het
rijk van de schimmels.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Varens en mossen planten zich voort door sporen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het DNA van een labrador en een poedel lijkt meer op elkaar dan het DNA van een leeuw en een tijger
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij bereiding van brood worden schimmels gebruikt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de hieronder genoemde groepen bevat organismen die onderling het meest verwant zijn?
A
Geslacht
B
Klasse
C
Orde
D
Soort

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe planten boomalgen zich voort?
A
Deling
B
Sporen
C
Eieren
D
Zaden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bacteriën hebben:
A
geen skelet
B
een inwendig skelet
C
een uitwendig skelet

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een bepaald rijk hebben de organismen de volgende kenmerken:
– om de cellen zitten celwanden.
– in elke cel zit een kern.
– in de cellen komen geen bladgroenkorrels voor.
Bij welk rijk hebben de organismen deze kenmerken?
Bij het rijk van de

A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke hoofdgroep behoort de mens?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke schimmel wordt het antibioticum penicilline gemaakt?
A
Penseelschimmel
B
Gist
C
Zwemmerseczeem
D
Probiotica

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke organismen hebben een grotere overeenkomst in hun DNA: een zeeschildpad en een zee-egel of een mens en een kikker?
A
Zeeschildpad en zee-egel
B
Mens en kikker

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn veel soorten organismen en nog veel meer organismen.
Ike zegt dat organismen die tot één soort behoren, zich samen kunnen voortplanten. Is de uitspraak van Ike juist?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bordercollie en een labrador horen tot twee verschillende hondenrassen. Kunnen een bordercollie en een labrador samen nakomelingen krijgen?
A
Ja, maar deze zijn onvruchtbaar
B
Ja, en deze zijn vruchtbaar
C
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze afbeelding heb je nodig voor de volgende drie vragen.

Curaçao is een eiland in het Caribische gebied. 
Er komen veel bijzondere soorten planten en dieren voor.
Het is bijvoorbeeld de thuishaven van de dividivi, de gebogen boom die een buiging lijkt te maken naar zijn publiek (zie afbeelding 12). 
De dividivi leunt altijd naar het westen vanwege de overheersende westenwinden.
Hij kan 2-3 keer per jaar bloeien

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoort de dividivi tot de sporenplanten of tot de zaadplanten?
A
Sporenplanten
B
Zaadplanten

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de zee rond Curaçao leven cyanobacteriën. Samen met de andere bacteriën en de archaea worden ze in een aparte groep ingedeeld.

Hoe heet die groep?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de zee rond Curaçao leven cyanobacteriën. Samen met de andere bacteriën en de archaea worden ze in een aparte groep ingedeeld.
Hoe heet die groep?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze afbeelding heb je nodig voor de volgende vraag. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de getekende dieren horen bij de geleedpotigen?

( zie afbeelding 3)
A
V, W, X en Y
B
V, W, X en Z
C
V, X, Y en Z
D
W, X, Y en Z.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze afbeelding heb je nodig voor de volgende twee vragen. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dieren uit de afbeelding zijn gewervelden?

( zie afbeelding 6 )
A
Dier 3 en 6.
B
Dier 2 en 5.
C
Dier 1 en 4
D
Dier 5 en 6.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze dieren is een geleedpotige?

( zie afbeelding 6 )
A
Dier 5
B
Dier 1 en 2
C
Dier 4
D
Dier 6

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze afbeelding heb je nodig voor de volgende vraag. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gewervelden zijn er volgens dit diagram?

(zie afbeelding 7)
A
1000
B
60.000
C
150.000
D
200.000

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze afbeelding heb je nodig voor de volgende vraag. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee diergroepen zijn het minst verwant?

( zie afbeelding 8 )
A
De diergroepen A en B
B
De diergroepen A en C
C
De diergroepen A en D.
D
De diergroepen C en D

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze afbeelding heb je nodig voor de volgende vraag. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak is juist?

( zie afbeelding 9 )
A
De ereprijs hoort bij de zaadplanten met niet-symmetrische bloemen
B
De ereprijs hoort bij de zaadplanten met veelzijdig symmetrische bloemen
C
De ereprijs hoort bij de sporenplanten met niet-symmetrische bloemen.
D
De ereprijs hoort bij de sporenplanten met veelzijdig symmetrische bloemen.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze afbeelding heb je nodig voor de volgende vraag. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze planten kunnen zich voortplanten door sporen?

( zie afbeelding 10 )
A
Alleen plant 1
B
Alleen de planten 1 en 4.
C
Alleen de planten 2 en 3.
D
Alle vier de planten

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze afbeelding heb je nodig voor de volgende vraag. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke groepen horen deze planten of dieren ( zie afbeelding 11 )
A = geleedpotige of gewervelde?
B = paardenstaart of varen?
C = weekdier of geleedpotige?
D = Geleedpotige of gewervelde?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke groepen horen deze planten of dieren ( zie afbeelding 11 )
A = geleedpotige of gewervelde?
B = paardenstaart of varen?
C = weekdier of geleedpotige?
D = Geleedpotige of gewervelde?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke groepen horen deze planten of dieren
Gewervelde
Sporenplant
Weekdieren
Geleedpotigen

Slide 41 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde toets

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies