Past Simple herhaling

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Past simple is de verleden tijd

1. Waar
2. Niet waar

Past Simple gebruik je wanneer iets in het verleden is gebeurd en nu nog doorgaat.

1. Waar
2. Niet waar

Je maakt de past simple door achter alle werkwoorden -ed te zetten.

1. Waar
2. Niet waar

Selecteer de past simple vorm van het werkwoord 'study'.

1. Studyed
2. Studed
3. Studied
4. Studyd

Selecteer de past simple vorm van het werkwoord 'see'.

1. Seeed
2. Seen
3. Seed
4. Saw

Selecteer de past simple vorm van het werkwoord 'stop'.

1. Stoped
2. Stop
3. Stope
4. Stopped

Vragen en ontkenningen maken

Geen past simple van to be (was, were) in de zin?
--> Maak de vraag met did + het hele werkwoord

Did Kobus clean his room yesterday?

Did Amelia go to Mallorca in 2021?

Vragen en ontkenningen maken

Geen past simple van to be (was, were) in de zin?
--> Maak de ontkenning met didn't + het hele werkwoord

Kobus didn't clean his room yesterday.

Amelia didn't go to Mallorca in 2021.

Assignment

Write a short story:

1. Use words from the vocab lists and some sentences from the Stones (not just copy them)
2. Use the past simple

3. Story has to be 150 - 300 words

Done? Hand in your short story in Teams.

Homework Monday 3 October 5th hour

Learn Stones 1 + 2 of Theme 1
English - Dutch and Dutch - English 

You can find the translations in Teams - B2H2 Engels - Bestanden - Lesmateriaal - document Stonesvertalingen