Quiz alle doelgroepen Ontwikkelingspsychologie

QUIZ TIME
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

QUIZ TIME

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel ontwikkelingsfasen kent de mens?
A
9
B
7
C
8
D
10

Slide 2 - Quizvraag

Baby
Peuter
Kleuter
Schoolkind
Puber
Adolescent
Volwassenen
Ouderen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van grove motoriek?
A
tekenen
B
Veters strikken
C
rennen
D
knippen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van fijne motoriek?
A
Springen
B
Rennen
C
Knippen
D
Fietsen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er WAAR over de ontwikkeling van de motoriek?
A
De grove motoriek ontwikkelt zich eerder dan de fijne motoriek
B
De fijne motoriek ontwikkelt zich eerder dan de grove motoriek
C
Alle kinderen ontwikkelen zich op het gebied van motoriek even snel
D
Grove motoriek gaat om bewegingen van de handen en vingers

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk ontwikkelingsaspect hoort empathie?
A
Lichamelijk
B
Cognitief
C
Sociaal - emotioneel
D
Persoonlijk

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk ontwikkelingsaspect hoor de ontwikkeling van zelfvertrouwen
A
Cognitieve ontwikkeling
B
Fysieke ontwikkeling
C
Sociaal-emotionele ontwikkeling
D
Taalontwikkeling

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk ontwikkelingsaspect hoort het vermogen om problemen op te lossen en logisch na te denken?
A
Fysieke ontwikkeling
B
Taalontwikkeling
C
Sociaal-emotionele ontwikkeling
D
Cognitieve ontwikkeling

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is empathie?
A
Het vermogen om gevoelens van anderen te begrijpen en erop te reageren
B
Het geven van advies, zelfs als niemand erom vraagt
C
Het proberen te negeren van de emoties van anderen
D
Het proberen om altijd gelijk te hebben in gesprekken

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij empathisch vermogen?
A
Inleven in anderen
B
begrijpen hoe een ander zich voelt
C
bewust zijn van eigen gedrag
D
elkaar met rust laten

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sensitieve responsiviteit?
A
Het negeren van de emoties van anderen om hen sterker te maken.
B
Het op een zorgzame en aandachtige manier reageren op de emoties en behoeften van anderen.
C
Het snel reageren op wat anderen zeggen, zonder na te denken.
D
Het altijd proberen om anderen te plezieren, ongeacht hun gevoelens.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke leeftijd hoort bij de puber?
A
12-17
B
10-16
C
13-18
D
11-17

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is typisch voor de emotionele ontwikkeling van een puber?
A
Pubers voelen zich altijd gelukkig en zelfverzekerd.
B
Pubers vermijden contact met hun ouders en vrienden.
C
Pubers hebben vaak wisselende emoties en kunnen snel van stemming veranderen.
D
Pubers zijn altijd kalm en rationeel in hun beslissingen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een effectieve manier om met pubers in de klas om te gaan?
A
Door hen alleen te laten werken zonder toezicht, zodat ze zich zelfstandig voelen.
B
Door duidelijke regels en verwachtingen te stellen en consistent te zijn in handhaving.
C
Door voortdurend te benadrukken wat ze verkeerd doen en hun fouten te corrigeren.
D
Door ze niet te betrekken bij de les en alles zelf te doen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat pubers soms gevaarlijke/grens overschrijdende dingen doen
A
Redeneren nog vanuit zichzelf
B
Kunnen risico lastig inschatten
C
Groepsdruk
D
Zowel A, B als C

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tim (4) is net gestart op de basisschool. Het valt op dat Tim zich langzamer ontwikkelt dan leeftijdsgenootjes, uit gesprek met de ouders blijkt dat zij in een vechtscheiding liggen.

Mogelijk is de vechtscheiding een factor die de ontwikkeling momenteel bepaald. Welk soort factor is dit?
A
Interne factor
B
Zelfbepaling
C
Externe factor

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lotte (8 maanden) begint sinds kort te kruipen en lijkt nieuwsgierig naar alles om haar heen. Ze reageert vrolijk wanneer haar ouders haar naam zeggen en probeert naar speelgoed te grijpen dat buiten haar bereik ligt. Haar ouders maken zich zorgen dat ze misschien niet genoeg beweegt en zich niet op dezelfde manier ontwikkelt als andere baby's in haar omgeving.
A
Maak je geen zorgen, elke baby ontwikkelt zich op zijn eigen tempo, dus er is geen reden voor bezorgdheid.
B
Probeer Lotte vaker op haar buik te leggen om haar fysieke ontwikkeling te stimuleren.
C
Breng Lotte snel naar een specialist, omdat haar ontwikkeling te langzaam is voor haar leeftijd.
D
Laat haar zoveel mogelijk alleen spelen, zodat ze zelf sneller leert bewegen.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Joris (4 jaar) heeft moeite om zijn emoties te reguleren. Hij wordt snel boos en gefrustreerd, bijvoorbeeld als hij niet snel krijgt wat hij wil. In de klas heeft hij vaak conflict met andere kinderen over speelgoed, maar na een tijdje kalmeert hij weer. Zijn ouders zijn bezorgd over zijn sociale vaardigheden.
A
Negeer zijn boze reacties, zodat hij leert om zelf te kalmeren.
B
Laat Joris altijd zijn zin krijgen om conflicten te vermijden
C
Geef hem duidelijk grenzen en leer hem om op een rustige manier zijn emoties te uiten.
D
Zet hem op een strafstoel wanneer hij boos is, zodat hij leert om zijn gedrag te veranderen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies