5.4 Zonder werk Pincode 3vmbotl

Paragraaf 5.4
Zonder werk!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 5.4
Zonder werk!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de arbeidsmarkt?
A
alle banen die er zijn bij bedrijven
B
Alle mensen die werken of werk zoeken
C
alle mensen die werk zoeken
D
Antwoord A en B samen

Slide 2 - Quizvraag

Nederland heeft 14.765.737 inwoners De beroepsbevolking is 11.987.676 personen. Wat is de arbeidsparticipatie in procenten?

Slide 3 - Open vraag

Wat doet het UWV?
Het UWV:
UWV = Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.
  1. kijkt of je recht hebt op een WW-uitkering
  2. helpt bij het vinden van een nieuwe baan



Slide 4 - Tekstslide

Geregistreerd / verborgen werkloos
Geregistreerd werkloos
Staat ingeschreven bij het UWV

Verborgen werkloos
Staat niet ingeschreven bij het UWV

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Conjunctuur

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent conjunctuur?
A
Het is een ander woord voor economie
B
De schommelingen van de economische groei
C
De economie krimpt
D
De economie stijgt

Slide 8 - Quizvraag

Wat is hoog conjunctuur?
A
Er is veel conjunctuur in de economie
B
De economie is herstellende van een crisis
C
alle antwoorden zijn correct
D
Het gaat goed met de economie

Slide 9 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid
Tijdelijk minder banen
--> minder koopkracht
--> Minder vraag naar producten
--> Bedrijven verkopen minder
--> Productie daalt
--> Minder werkgelegenheid 

Slide 10 - Tekstslide

Structurele werkloosheid 
  • Blijvend minder banen!




Voorbeeld: In de autofabriek worden banen door robots overgenomen. 

Slide 11 - Tekstslide

Andere werkloosheid
Frictiewerkloosheid= Even als je net van je studie komt of als je net ontslagen/gestopt bent.

Seizoenswerkloosheid= Bepaald werk alleen in een bepaald seizoen.

Regionale werkloosheid = Sommige regio's meer werklozen.

Slide 12 - Tekstslide

Bedrijven verplaatsen hun productie naar lagelonenlanden.
Wat voor werkloosheid is dat
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoen werkloosheid

Slide 13 - Quizvraag

opdrachten
In de les: 3, 4, 5, 6, 7, 
Huiswerk: 8, 9, 10, 11 en 12

Slide 14 - Tekstslide