Jaar 3 5.4

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
Hoe gaat het met jullie?

Slide 2 - Woordweb

Planning
Huiswerk nakijken
Individuele opdracht
Lesdoelen
5.4
H

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
5.2 nakijken wordt huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Nederland heeft een inwonertal van 17,58 miljoen (2021)
De beroepsbevolking (iedereen van 15 tot de pensioengerechtigde leeftijd) is 9,44 miljoen (2021)
Van de beroepsbevolking 300 duizend werkloos (2021).

Hoeveel procent van de beroepsbevolking is werkloos? En hoeveel procent van de Nederlandse bevolking is werkloos?
timer
3:30

Slide 5 - Open vraag

Hoe zou jij de werkloosheid in Nederland oplossen?
timer
2:30

Slide 6 - Open vraag

Lesdoelen 5.3
Wat doet het UWV?

Wanneer ben je werkloos?

Wat betekent conjunctuur? Wat houdt conjuncturele werkloosheid in?

Wat is structurele werkloosheid?

Welke andere soorten werkloosheid bestaan er nog meer?

timer
4:00

Slide 7 - Tekstslide

UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

Als je werkloos bent en je wilt een WW uitkering, dan moet je je inschrijven bij het UWV.

Overheidsinstelling die helpt bij het vinden van een nieuwe baan.

Beoordeelt of je recht hebt op een WW uitkering.


Slide 8 - Tekstslide

WW Uitkering
De uitkering die je krijgt als je wordt ontslagen 

Elk jaar dat je hebt gewerkt 
 1 maand uitkering → max 24 maanden

Eerste 2 maanden 75%, daarna 70% 
 Maximum €2 750


Slide 9 - Tekstslide

Werkloos
Tussen 15 en pensioenleeftijd geen baan hebt en actief op zoek bent naar werk

Geregistreerde werkloosheid: ingeschreven bij het UWV

Verborgen werkloosheid: niet ingeschreven bij het UWV. Reden, geen recht op een uitkering

Slide 10 - Tekstslide

Conjunctuur


Schommelingen in de economie noemt men conjunctuur

Kijk mee

Slide 11 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid
In slechte economische tijden daalt de koopkracht van mensen. Ook zijn mensen bang hun baan te verliezen. Consumenten geven dan minder uit.

Dus:
Minder koopkracht → vraag naar producten daalt → bedrijven verkopen minder → productie daalt → werkgelegenheid daalt → werkloosheid stijgt

Bij vermindering van de koopkracht dat leidt tot een daling van de vraag naar goederen en diensten → conjuncturele werkloosheid 

Slide 12 - Tekstslide

Structurele werkloosheid
Ook bij de aanbod kant kunnen veranderingen werkloosheid veroorzaken


Denk aan:
- verouderde producten worden minder verkocht en geproduceerd
- om goedkoper te produceren moderniseren bedrijven 
- productie verplaatst zich naar lagelonenlanden
- als werkzoekende niet de juiste opleiding hebben


Slide 13 - Tekstslide

Andere soorten werkloosheid
Frictiewerkloosheid: als je van school komt of nadat je ontslagen bent. “Tussen” 2 banen

Seizoenwerkloosheid: Als je alleen een bepaalde periode in het jaar kan werken

Regionale werkloosheid: in sommige gebieden meer werkloosheid dan gemiddeld in het land

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Mkn 5.3: 27, 29, 30, 32, 33, 35
+
Mkn 5.3: 38, 39, 43, 46, 47, 49
+
Samenvatting geel vlak 5.3 + 5.4
+
Nakijken 5.2

Slide 15 - Tekstslide

Dit zijn de onderwerpen waar ik mij nog in dien te verdiepen...
timer
2:00

Slide 16 - Open vraag

Deze onderwerpen heb ik onder de knie...
timer
2:00

Slide 17 - Open vraag

Qua inzet en concentratie geef ik mijzelf een...
timer
1:00
010

Slide 18 - Poll