20211207 Diamant College NED voorzetsels

gisteren
1 / 42
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

gisteren

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe oud is Amalia geworden?
A
21 jaar
B
18 jaar
C
20 jaar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is er 27 april jarig?
A
koningin Maxima
B
prinses Beatrix
C
koning Willem Alexander

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de dag van 27 april?
A
koningsdag
B
koninginnedag
C
prinsjesdag

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je? 

Slide 9 - Tekstslide

https://virtueletraining.com/grammatica/woordsoorten/voorzetsels/

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je wel gehoord....
1. vul in: vijf woorden met DE, HET en EEN
2. onderstreep: de zelfstandige naamwoorden
3. onderstreep: de voorzetsels
4. onderstreep: de bijvoeglijke naamwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 woorden met DE:

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5 woorden met HET:

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5 woorden met EEN:

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Lang zal die leven, lang zal die leven. Kijk eens Timo. Gefeliciteerd!
Dankjewel. Wat zie dat er weer lekker uit. Wat heb je een mooi boeketje geplukt.
Dat is nog niet alles.
Spannend. Die gaat de cadeaus halen denk ik. Want als je jarig bent, krijg je altijd cadeaus. Ik ben benieuwd wat ik krijg. Misschien wel een poster van een pup of een kitten. Of een dagboek.
Kijk eens, voor jou.
Een mok. Met mijn naam erop. Timo. Wauw! Veters?
Die geven licht in het donker.
Handig als het licht van je fiets het even niet doet.
En ik denk dat dit je lievelingswens is. Alsjeblieft. En er zit ook een briefje bij.
Een gedicht?
Aan mijn boezemvriend Timo wil ik dit geven. Als je hier op speelt komt muziek tot leven. Met een beetje geluk is het om aan te horen. Het doet geen pijn aan je gevoelige oren. Ahh wat lief. Een viool? En een strijkstok?
Ja anders kan je alleen maar tokkelen op de snaren.
Ik moet nog wel op les denk ik. Ik weet niet wat ik moet zeggen Finne. Ik sta met mijn mond vol tanden. Dankjewel. Zo, even mijn nieuwe veters strikken. Finne, had je nog wat lekkers bij de koffie?
Ja verrassing. De taart! Oh nee.
Wel lekker Finne!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer je  7 december?
Lezen
Luisteren
Spreken
Schrijven
Grammatica
Woordenschat

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels
Soorten voorzetsels

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat voorzetsels zijn
  • Je kunt uitleggen welke voorzetsels er zijn
  • Je kunt voorzetsels op een goede manier gebruiken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorzetsels ken je?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een voorzetsel is een klein woord.
Het staat voor of achter een woordgroep waar het bij hoort.
Hij liep in de tuin


Hij liep de tuin in
woordgroep
voorzetsel
woordgroep
voorzetsel

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

een plaats
een tijd
een richting
een middel
een doel
tot
na
over
op
bij
in
te
naar
langs
in
met
om

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draai de spinner en schrijf een zin op met het voorzetsel dat wordt getoond.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk voorzetsel ontbreekt?
Hij woont ... de kerk

A
in
B
op
C
over
D
naast

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk voorzetsel ontbreekt?
De auto rijdt ... de straat

A
onder
B
binnen
C
door
D
tegen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het voorzetsel in de volgende zin:
De trein uit Amsterdam komt om vier uur aan.
A
uit
B
aan
C
uit, om
D
om, aan

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ren naar beneden
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik loop vaak in de stad
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

We kijken samen naar voetbal op de televisie
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

[...1...] de stad is een gracht. 
Je moet [...2...] de brug om aan de andere kant te komen. 
[...3...] de brug slapen wel eens mensen die geen huis hebben. Vooral [...4...] de zomermaanden. 
Vaak zijn dat toeristen [...2...] andere landen.
Sleep de voorzetsels naar de 
juiste plek in het verhaal.
rond
in
uit
onder
voor
over
bij
na
op
om

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugkijken
  • Je kunt uitleggen wat voorzetsels zijn
  • Je kunt uitleggen welke voorzetsels er zijn
  • Je kunt voorzetsels op een goede manier gebruiken

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Lezen: p.23 Beter Lezen 'In de tuin'



Maken: p. 62 Oefenboek 'In de tuin'


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat leerde je ?
Lezen
Luisteren
Spreken
Spellen
Grammatica
Woordenschat

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

https://www.youtube.com/watch?v=l258cIp-zJk

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Lang zal die leven, lang zal die leven. Kijk eens Timo. Gefeliciteerd!
Dankjewel. Wat zie dat er weer lekker uit. Wat heb je een mooi boeketje geplukt.
Dat is nog niet alles.
Spannend. Die gaat de cadeaus halen denk ik. Want als je jarig bent, krijg je altijd cadeaus. Ik ben benieuwd wat ik krijg. Misschien wel een poster van een pup of een kitten. Of een dagboek.
Kijk eens, voor jou.
Een mok. Met mijn naam erop. Timo. Wauw! Veters?
Die geven licht in het donker.
Handig als het licht van je fiets het even niet doet.
En ik denk dat dit je lievelingswens is. Alsjeblieft. En er zit ook een briefje bij.
Een gedicht?
Aan mijn boezemvriend Timo wil ik dit geven. Als je hier op speelt komt muziek tot leven. Met een beetje geluk is het om aan te horen. Het doet geen pijn aan je gevoelige oren. Ahh wat lief. Een viool? En een strijkstok?
Ja anders kan je alleen maar tokkelen op de snaren.
Ik moet nog wel op les denk ik. Ik weet niet wat ik moet zeggen Finne. Ik sta met mijn mond vol tanden. Dankjewel. Zo, even mijn nieuwe veters strikken. Finne, had je nog wat lekkers bij de koffie?
Ja verrassing. De taart! Oh nee.
Wel lekker Finne!

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel X 'DE' en hoeveel X 'HET' en hoeveel X 'EEN'?

Slide 42 - Open vraag

waarvan 2 X HET als 3e persoon enkelvoud onzijdig