Grammatica; Onderwerp, Persoonsvorm, Lidwoord, Voorzetsel.

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6-8

Grammatica

Wat is een persoonsvorm?

Wat is een onderwerp?

Wat is een lidwoord?

Wat is een voorzetsel?

Zoek het lidwoord in:
"Het meisje loopt naar school."

Zoek de persoonsvorm in:
"Charissa pakt het potlood van haar tafel."

Zoek het voorzetsel in:
"Maud stapt over de bank heen."

Zoek het onderwerp in:
"De klas gaat in de middag naar buiten."

Zoek de persoonsvorm in:
"De kinderen willen nog een snoepje."

Zoek het lidwoord in:
"Alle muizen eten van de kaas."

Zoek het voorzetsel in:
"Benthe staat naast de baas van de winkel."

Zoek het onderwerp in:
"Elke jongen in de les heeft het werk goed gemaakt."

Zoek de persoonsvorm in:
"Iris kleurt de tekening helemaal blauw."

Zoek het onderwerp in:
"De neef van Rogier rijdt naar huis toe."

Zoek het lidwoord in:
"Olivier is de hele tijd aan het zingen."

Zoek het voorzetsel in:
"Ellen schrikt van het enge spook."

Zoek het lidwoord in:
"Timo is een beetje moe en gaat naar bed toe."

Zoek de persoonsvorm in:
"Lotte gaat samen met haar zus een dagje weg."

Zoek het voorzetsel in:
"Met grote snelheid rent Davy langs het park."

Zoek het onderwerp in:
"Alle vogels in het park snoepen van het gestrooide brood."

Zoek de persoonsvorm in:
"Mag ik nog zo'n lekker chocoladekoekje?"

Zoek het voorzetsel in:
"Hoe kan het dat al die kinderen uit het raam zijn geklommen?"

Zoek het onderwerp in:
"Dit is de laatste vraag van de les."