Paragraaf 3 Kijk op cijfers

programma
herhaling paragraaf 2
huiswerk paragraaf 2 en rekentrainer paragraaf 2
uitleg en maken paragraaf 3

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

programma
herhaling paragraaf 2
huiswerk paragraaf 2 en rekentrainer paragraaf 2
uitleg en maken paragraaf 3

Slide 1 - Tekstslide

herhaling paragraaf 2

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan
  1. Omzet berekenen -> Afzet x Verkoopprijs
  2. Inkoopwaarde berekenen
  3. Omzet - Inkoopwaarde= Brutowinst
  4. Brutowinst - Kosten= Nettowinst

Slide 3 - Tekstslide

Een bedrijf verkoopt 20 tv’s voor € 600,- p.er stuk Deze worden ingekocht voor € 400,- per stuk. De bedrijfskosten zijn
€ 2000,-. Wat is de brutowinst en nettowinst?

Slide 4 - Open vraag

huiswerk paragraaf 2
en de rekentrainer 1 en 2

Slide 5 - Tekstslide

paragraaf 3 kijk op cijfers
leerdoelen
Ik kan de cijfers van bedrijven met elkaar vergelijken

Slide 6 - Tekstslide

Hoe bereken je de groei van de omzet in procenten?

Een verandering in procenten reken je uit met de formule:




Voorbeeld: Een bedrijf had in 2017 een omzet van 100.000,- in 2018 was de omzet 112.000. Bereken de groei van de omzet in procenten

Slide 7 - Tekstslide

Vergelijken in procenten
Je kunt een percentage van iets uitrekenen, dat doe je zo:

WAT/WAARVAN x 100%

Bijvoorbeeld nettowinstpercentage van de omzet:
Nettowinst / omzet x 100%

Slide 8 - Tekstslide

De inkoopwaarde, brutowinst, bedrijfskosten en nettowinst uitdrukken in procenten van de omzet

Hiervoor gebruik je de formule:        


WAT/WAARVAN x 100 = 


Voorbeeld:

In 2018 had een bedrijf een omzet van 100.000. De inkoopwaarde van deze omzet was 50.000 en de bedrijfskosten waren 20.000. Druk de inkoopwaarde uit in procenten van de omzet.

Slide 9 - Tekstslide

Deze maand zijn er 380 truien verkocht. 80% van de truien zijn verkocht aan vrouwen en 20% aan mannen.

Hoeveel truien zijn er verkocht aan vrouwen?

Slide 10 - Open vraag

Omzet: €20.000, Inkoopwaarde: €5.000, Brutowinst: €15.000

Druk de brutowinst in procenten uit van de omzet.

Slide 11 - Open vraag

Omzet: €20.000, Inkoopwaarde: €5.000, Bedrijfskosten: €6.000
Druk de nettowinst in procenten uit van de omzet.

Slide 12 - Open vraag

In 2018 was de omzet €10.000 en in 2020 was de omzet €12.000.
Met hoeveel procent is de omzet gestegen?

Slide 13 - Open vraag

paragraaf 3 kijk op cijfers
leerdoelen
Ik kan de cijfers van bedrijven met elkaar vergelijken

Slide 14 - Tekstslide

aan het werk!
huiswerk paragraaf 3 en rekentrainer paragraaf 3

Slide 15 - Tekstslide