3.3 Kijk op cijfers

Hoofdstuk 3
3.3 Kijk op cijfers
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
3.3 Kijk op cijfers

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag!

Rekentrainer maken

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je leren?
Rekenen met procenten

Slide 4 - Tekstslide

Omzet: € 83.000, inkoopwaarde: € 46.000, brutowinst: € ?

Slide 5 - Open vraag

Omzet: € 120.000, inkoopwaarde: € 65.000, Brutowinst: €

Slide 6 - Open vraag

Brutowinst: € 113.000, bedrijfskosten: € 102.000, Nettowinst: €

Slide 7 - Open vraag

Hoe reken je met procenten?

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende berekeningen
  • deel : totaal x 100
  • bedrag : 100 x percentage
  • (nieuw-oud) : oud x 100

Slide 9 - Tekstslide

Waar moet je op letten?
Om bedrijven te vergelijken met hun cijfers moet je deze uitdrukken in een percentage van de omzet!
Hiervoor gebruiken we de volgende berekening:

(gegeven)/𝑜𝑚𝑧𝑒𝑡 𝑥 100

Signaalwoorden zoals; van de geven aan dat het gegeven daarna 100% is, en komt dus onder de streep. In dit geval is dat de omzet

Slide 10 - Tekstslide

Wat moet je kunnen uitrekenen?

Boven de streep kunnen de volgende gegevens staan:
Inkoopwaarde
Brutowinst
Bedrijfskosten
nettowinst

Slide 11 - Tekstslide

Groei of daling berekenen
Wanneer je een groei of daling wilt uitrekenen gebruik je de volgende formule:

(𝑛𝑖𝑒𝑢𝑤 −𝑜𝑢𝑑)/𝑜𝑢𝑑 𝑥 100

Te herkennen aan de woorden: Meer, minder, groter, kleiner, groei, krimp stijging, daling etc...

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
3.3 lezen & maken

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn bedrijfskosten?
A
inkoopkosten
B
inkoopwaarde
C
huur, personeel, energie, internet
D
omzet & afzet

Slide 14 - Quizvraag

Deze maand zijn er 380 truien verkocht. 80% van de truien zijn verkocht aan vrouwen en 20% aan mannen.

Hoeveel truien zijn er verkocht aan vrouwen?

Slide 15 - Open vraag

Deze maand zijn er 380 truien verkocht. 80% van de truien zijn verkocht aan vrouwen en 20% aan mannen.

Hoeveel truien zijn er verkocht aan mannen?

Slide 16 - Open vraag

Omzet: €20.000, Inkoopwaarde: €5.000, Brutowinst: €15.000

Druk de brutowinst in procenten uit van de omzet.

Slide 17 - Open vraag

Omzet: €20.000, Inkoopwaarde: €5.000, Brutowinst: €15.000
Druk de inkoopwaarde in procenten uit van de omzet.

Slide 18 - Open vraag

In 2018 was de omzet €10.000 en in 2020 was de omzet €12.000.
Met hoeveel procent is de omzet gestegen?

Slide 19 - Open vraag

Wat is afzet?
A
omzet
B
aantal verkochte producten
C
inkoopwaarde
D
winst

Slide 20 - Quizvraag

In 2019 was de afzet 500 en in 2020 was de afzet 350.

Met hoeveel procent is de afzet gedaald?

Slide 21 - Open vraag

Ik begrijp de uitleg van 3.3 en kan nu verder met de opdrachten uit het werkboek.
JA
NEE

Slide 22 - Poll

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Aan de slag!

3.3 lezen & maken

Slide 24 - Tekstslide