ONDERZOEK: BRONGEBRUIK & START MET DEELVRAGEN

Welkom!

Ga lekker zitten, 
laptop nog even in je tas houden graag.

Dank!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga lekker zitten, 
laptop nog even in je tas houden graag.

Dank!

Slide 1 - Tekstslide

Laatste periode CKV 

Onderzoeksopdracht & Kunstwerk

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag: Start onderzoek!
  • Onderzoek doen, hoe?
  • Hoofdvraag en deelvragen
  • Brongebruik, plagiaat en bronvermelding
  • Start onderzoek!


Let op: dit onderzoek kan voor een groot deel in de les gemaakt worden. 
Werk hier dus lekker door, anders kom je later in tijdnood!

Slide 3 - Tekstslide

Onderzoek en expo
  1. Je start met een individueel onderzoek, dat is gebaseerd op het leven en werk van jouw gekozen kunstenaar. 
  2. Naar aanleiding van dit onderzoek ontwerpen jullie (met een groepje) een kunstwerk, als REACTIE op het werk van jullie gekozen kunstenaars (later meer hierover).
  3. Tot slot worden jullie kunstwerken getoond in de aula, die we omtoveren tot expositie ruimte!

Onderzoek + kunstwerk = 1 cijfer (25%)

Onderzoeksverslag inleveren: 9 juni  (voor de les)


Onderzoeken is een vaardigheid die je voor allerlei vakken en onderwerpen gebruikt. Ook in je vervolgopleiding (Universiteit)

Dus heb je niet veel interesse in beeldende kunst? Dan is dit alsnog heel belangrijk om dit te leren!

Slide 4 - Tekstslide

Onderzoek
Je begint dus met een onderzoek, je verslag hierover bestaat uit:

1. Voorblad
2. Inleiding
3. Kern: onderzoeksvraag én deelvragen!
4. Conclusie
5. Literatuurlijst








Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdvraag en deelvragen
Aangereikt:
Hoofdvraag + deelvraag I en II

Zelf:
deelvraag III



Slide 7 - Tekstslide

Hoofdvraag
"Op welke wijze is de kunst van [kunstenaar] een REACTIE?"

> Maatschappelijk
> Persoonlijk
> Politiek
> Andere stroming/kunstenaar
Voorbeelden?

Slide 8 - Tekstslide

Deelvragen 
VANDAAG
Deelvraag 1: Kunsthistorisch onderzoek naar [kunstenaar].
> In welke periode leeft/leefde de kunstenaar en welke kunststromingen zijn/waren in die periode belangrijk?
> Welke belangrijke maatschappelijke gebeurtenissen speelden in deze periode?
> Korte uiteenzetting van het leven van de kunstenaar.




Volgende week deelvraag 2: Analyse van twee werken van [kunstenaar].


Staan ook op je blad!

Slide 9 - Tekstslide

Bronnen gebruiken bij het schrijven
Bronnen gebruik je:
- Om informatie te vinden.


Check altijd: 
- Of je bron past bij wat je zoekt.
- Of de informatie uit jouw bron klopt, dus of je bron betrouwbaar is. 
Weet je nog?!

Museumopdracht > verplicht onderdeel & bron voor je onderzoek!

Slide 10 - Tekstslide

Betrouwbaar?
Kijk naar:
  • Auteur: Opleiding, kenner/autoriteit, wie zit er achter de site?.
  • Doel van de tekst: Objectief geschreven (geen reclame of column).
  • Datum: Wanneer is het artikel verschenen?
  • Belang: Heeft de auteur een belang bij het artikel?
  • Verwijzingen: Bevat het artikel bronvermeldingen (verwijzingen naar andere onderzoeken)?

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden betrouwbare bronnen

Twijfel je? Vraag het aan mij, dan kijken we samen!

Slide 12 - Tekstslide

Bronnen, maak ze duidelijk!
In een onderzoek zorg je dat de gegeven informatie is te herleiden tot de gebruikte bron.  >>> Je doet dus vooral niet alsof je zelf alles hebt verzonnen!

Je citeert of parafraseert in je tekst en verwijst naar de bron door het benoemen van de auteur.

Citeren, parafraseren? Wat is het verschil...?!

Slide 13 - Tekstslide

Parafraseren = tekst in eigen woorden zetten.
Citeren = tekst letterlijk overnemen. Zet de tekst dan tussen "aanhalingstekens". 
Bij beide varianten moet je een bron noteren!

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden citeren/parafraseren
Citeren: "Cacao is het hoofdingredient van chocola, deze stof zorgt voor een verlaagde bloeddruk."


Parafraseren: Chocola is een voedingsmiddel gemaakt van cacao. Deze lekkernij zorgt voor een verlaging van de bloeddruk. 

= allebei goed

Slide 15 - Tekstslide

Bronnen gebruiken en bewaren
Let op:

  • Bewaar alle bronnen die je gebruikt. 
  • Kopieer tijdens het schrijven van je onderzoek alvast de link / schrijf op uit welk boek en van welke bladzijde je de informatie hebt.
  • Die info voeg je toe aan je literatuurlijst (die lijst wordt dus steeds langer naarmate je meer hebt onderzocht). 

Slide 16 - Tekstslide

Plagiaat
  • Jouw eigen onderzoek en jouw eigen woorden

  • Neem niet zomaar informatie uit bronnen over: plagiaat. 

  • Plagiaat kost je veel punten!

Slide 17 - Tekstslide

Bronvermelding

  • Achter jouw citaat in een tekst geef je de achternaam van auteur en jaartal tussen haakjes.

  • Als laatste onderdeel in jouw document komt de literatuurlijst.

Gebruik je document over brongebruik, daar staat alles in over bronnen.

Twijfel je? Vraag mij om hulp!

Slide 18 - Tekstslide

Bronverwijzing
Citeren: 
"Cacao is het hoofdingrediënt van chocola, deze stof zorgt voor een verlaagde bloeddruk" (Merkens, 2021)


Parafraseren:
Volgens Merkens (2021) is chocola een voedingsmiddel gemaakt van cacao. Deze lekkernij zorgt voor een verlaging van de bloeddruk. 


Slide 19 - Tekstslide

Bronnen in lopende tekst
Wanneer je een bron gebruikt in je tekst, laat je dat altijd op dezelfde manier zien --> het APA-systeem (American Psychological Association)

Dit gaat als volgt:                                                       , ik doe het even voor!



Dit systeem gaan jullie ook gebruik voor jullie PWS!

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Start je onderzoek!
Waar begin ik?!!  Oriënteer je op jouw kunstenaar, zoek informatie en begin breed. Start dus met:
  • Deelvraag 1 - kunsthistorisch onderzoek 
  • Eventueel al wat info in je Inleiding


>> Denk aan je bronvermelding, houd alles goed bij!
>> Gebruik je opdrachtblad en bewaar dit!


- Gebruik bijvoorbeeld steekwoorden om een logische volgorde van punten te creëren.
- Roept iets vragen op? Schrijf ze op en bewaar je aantekeningen!
Dit is jullie eerste echte onderzoek, dus loop je vast? Vraag om hulp!
Inleiding bevat bijvoorbeeld:
  • Welke kunstenaar en waarom die?
  • Wat maakt het werk aantrekkelijk of ineteressant?
  • Kende je de kunstenaar al?
  • Is er iets bijzonders aan deze kunstnaar? (leuk weetje)
  • Waar ben je vooral benieuwd naar?

Slide 23 - Tekstslide

Vragenlijst (anoniem)
Onderdeel van mijn master aan de UvA.

Werk voor jezelf, want al jullie verschillende meningen 
zijn heel belangrijk voor mij.

Ben je klaar? Leg je blaadje omgekeerd op de hoek van je tafel.

Heel veel dank allemaal!!

Slide 24 - Tekstslide

Volgende week
Deelvraag 2:
Analyseer twee werken van jouw kunstenaar
Dus...kijk alvast welke werken jij daarvoor wilt gebruiken!

Inleiding & Conclusie


Laatste mogelijkheid voor vragen!!

Slide 25 - Tekstslide